Een weggeslingerde kogel beschrijft ten opzichte van een
`Oxy`
-assenstelsel de volgende baan:
`y=text(-)0,02 (x-10 ) ^2+4`
. Het moment van loslaten ligt op
`y=2`
. Dit is bij
`x=0`
.
`y`
en
`x`
zijn beide in meter uitgedrukt.
Geef geschikte vensterinstellingen zodat je de volledige baan van de kogel op de grafische rekenmachine in beeld kunt krijgen.
Bereken hoe ver deze kogelstoter met zijn kogel komt. Geef je antwoord in centimeter nauwkeurig.
Na hoeveel meter is de kogel weer even hoog als op het moment van loslaten?
Gegeven is de functie `f(x)=x^4-16` . De grafiek van `f` snijdt de `x` -as in de punten `(text(-)2 , 0 )` en `(2 , 0 )` . In de figuur zijn de grafiek van `f` en de lijn `y=20` getekend.
Bereken exact voor welke waarden van `x` de grafiek van `f` tussen de `x` -as en de lijn `y=20` ligt.
Door de grafiek van `f` omlaag te schuiven, veranderen de snijpunten met de `x` -as in de punten `(text(-)3 , 0 )` en `(3 , 0 )` . In de figuur zijn de grafiek van `f` en de verschoven grafiek getekend.
Bereken hoeveel de grafiek van `f` omlaag is geschoven.
(bron: examen havo wiskunde B in 2006, tweede tijdvak)