Lineaire verbanden > Lineaire functies
12345Lineaire functies

Testen

Opgave 14

In de Tour de France wordt een aantal keren een tijdrit gereden. In deze grafieken vind je gegevens over een tijdrit van `65` km.

a

Welke renner heeft de tijdrit gewonnen? Waar zie je dat aan?

b

Waarom kunnen deze grafieken nooit het werkelijke verloop van deze tijdrit correct beschrijven?

c

Bereken van iedere renner de gemiddelde snelheid.

d

Schrijf voor elke grafiek een passende formule op.

Opgave 15

Gegeven is de lineaire functie `f` met voorschrift: `f(x)=7 x+10` .

a

Bereken exact de snijpunten van de grafiek van `f` met de `x` -as en de `y` -as.

b

De grafiek van `f` wordt `3` eenheden in de `y` -richting omlaag geschoven. Welk functievoorschrift hoort bij de nieuwe grafiek die daardoor ontstaat?

c

De grafiek van `f` wordt gedraaid om het punt `(0 , 10 )` . De nieuwe grafiek gaat door `(10 , 15 )` . Welk functievoorschrift past bij die nieuwe grafiek?

d

De grafiek van `f` wordt gedraaid om het punt `(0 , 10 )` en vervolgens `2` eenheden omhoog geschoven. De nieuwe grafiek gaat door `(10 , 0 )` . Welk functievoorschrift past bij die nieuwe grafiek?

verder | terug