Lineaire verbanden > Lineaire verbanden
12345Lineaire verbanden

Verwerken

Opgave 9

Teken de grafieken van de volgende lineaire vergelijkingen en bepaal als dat mogelijk is de richtingscoëfficiënt.

a

`text(-)2 x+3 y=6`

b

`6 x-2 y=24`

c

`y=2 x+1`

d

`4 x+y=10`

e

`20 x=45`

f

`y+2 =0`

Opgave 10

Gegeven zijn de lijnen `l` : `2 x-4 y=text(-)3` en `m` : `5 x+4 y=8` .

a

Bereken van beide lijnen algebraïsch de snijpunten met de coördinaatassen.

b

Breng beide lijnen op de grafische rekenmachine in beeld.

c

Bepaal de coördinaten van hun snijpunt in twee decimalen nauwkeurig.

Opgave 11

Stel je voor dat je een groep van `180` personen van drinken wilt voorzien. Je koopt daarvoor literpakken appelsap en sinaasappelsap. Je hebt `90` pakken nodig. Appelsap kost € 0,90 per literpak en sinaasappelsap € 1,05 per literpak. Noem het aantal pakken appelsap `a` en het aantal pakken sinaasappelsap `s` . Aan de kassa moet je € 90,00 betalen.

a

Aan welke twee vergelijkingen moeten deze variabelen voldoen?

b

Plot de bijbehorende grafieken.

c

Bepaal hoeveel pakken appelsap en sinaasappelsap je hebt gekocht.

Opgave 12

Gegeven zijn de lijnen:
`k : 1/3x+1/7y=21`
`l : 0,01x+2,75=y`
`m : x=7y+4`

a

Bepaal algebraïsch het snijpunt van de lijnen `k` en `l` . Geef je antwoord als coördinaat en rond af op twee decimalen.

b

Bepaal algebraïsch het snijpunt van de lijnen `k` , `l` en `m` met de `x` -as. Geef je antwoord als coördinaat.

Opgave 13

Gegeven zijn de lijnen `l: 0,5y-2x=c` en `m: y-ax=text(-)4` .

a

Voor welke `a` zijn de lijnen evenwijdig?

b

Voor welke `c` ligt het snijpunt van de lijnen op de `y` -as?

c

Voor welke `a` en `c` snijden de lijnen elkaar in het punt `(5, 8)` ?

verder | terug