Gegeven zijn de functies: `f(x)=0,25(x-3)^4+50` en `g(x)=2(x+1)^5-100` .
Van welke functie is de grafiek lijnsymmetrisch en van welke puntsymmetrisch? Geef ook de symmetrieas of het punt van symmetrie.
Geef het domein en bereik van beide functies.
Los op met de grafische rekenmachine: `f(x)=g(x)` .
Los algebraïsch op. Rond indien nodig af op twee decimalen.
`4x^5=text(-)12`
`60 -0 ,5 x^4=0`
`(x-1)^8+5=10`
`text(-)(x-2)^7+5=15`
`10(x+6)^4-22=138`
`text(-)5(x-3)^6+18=text(-)2`
Los de vergelijkingen algebraïsch op. Rond indien nodig af op twee decimalen.
`x^3-4 x^2=21 x`
`x(x^3-1 )=7 x`
`x(6 -x)(x+5 )=0`
`2 x^4-12 x= text(-)18 x`
`x^4-7 x^3+10 x^2=0`
Gegeven zijn de functies `f` en `g` door: `f(x)=2x^5-4x^3` en `g(x)=5x^4` .
Bereken exact de nulpunten van `f` .
Los algebraïsch op `f(x)=g(x)` . Rond af op twee decimalen.
Gegeven is de functie: `f(x)= (x^2-4) ^2-100`
Bereken algebraïsch de nulpunten van `f` .
Geef de extremen van `f` .
Los exact op: `f(x)= text(-)91` .
Voor welke waarden van `c` heeft de vergelijking `f(x)=c` geen oplossing?