Veeltermfuncties > Veeltermen
12345Veeltermen

Uitleg

Functies van de vorm `f(x)=x^n` zijn machtsfuncties.

Bekijk de grafieken voor bijvoorbeeld van `n = 1, 2, 3, 4, 5` . Het verloop van de grafiek hangt af van de waarde van  `n` .

  • Als `n` positief en even is, dan is de grafiek dalvormig en lijnsymmetrisch. De symmetrieas is de `y` -as. De coördinaten van de top zijn `(0, 0)` . Voor het domein en bereik van de functie geldt `text(D)_f=ℝ` en `text(B)_f=[ 0,rarr rangle` .

  • Als `n` positief en oneven is, dan is de grafiek stijgend voor elke waarde van `x` (behalve bij `x=0` ) en puntsymmetrisch in `(0, 0)` . Dit punt wordt het symmetriepunt genoemd. Voor het domein en bereik van de functie geldt `text(D)_f=ℝ` en `text(B)_f=ℝ` .

De grafieken van functies zoals `f(x) = 2(x-5)^n - 1` ontstaan door transformaties uit die van `y = x^n` .

Vergelijkingen bij dergelijke functies los je op door terugrekenen. Dat gaat met een `n` de machtswortel:

`x^n = c` geeft `x = root[n](c)` als `n` oneven is.

`x^n = c` geeft `x = text(-)root[n](c) vv x = root[n](c)` als `n` even is.

Met je grafische rekenmachine kun je dergelijke wortels berekenen.

Opgave 1

Bekijk de grafieken van de functies: `f(x)=x^3` en `g(x)=x^4` .

a

Geef het domein en bereik van beide functies.

b

Van welke functie is de grafiek lijnsymmetrisch en van welke puntsymmetrisch? Geef ook de symmetrieas en het punt van symmetrie.

Gegeven de functie `h(x) = text(-)4(x-2)^4 + 6` .

c

Uit welk van beide machtsfuncties `f` en `g` kan de grafiek van `h` door transformatie ontstaan? En welke transformaties moet je dan toepassen?

d

Bereken algebraïsch de nulpunten en de top van `h` .

Opgave 2

Los de vergelijkingen algebraïsch op. Rond af op twee decimalen.

a

`x^6=22`

b

`2x^7=40`

c

`text(-)5x^5=30`

d

`text(-)3(x+4)^5+6=12`

verder | terug