Los de vergelijkingen algebraïsch op.
`x^4-8 x=0`
`text(-)x^2(x-5 )=2 x^2`
`20 -x^4=11`
`(x^2-4 )(x^2-9 )=36`
Een bedrijf gebruikt voor de winst die het per maand maakt de formule `W= text(-)q^3+9q^2+21q-40` . Hierbij is `q` de productie in duizendtallen en `W` de winst in duizenden euro.
Hoe hoog is de winst als het bedrijf `2500` producten maakt?
Wat is de laagste productie waarbij het bedrijf € 100875,00 winst maakt?
Bij welke productie is de winst maximaal? En wat is die maximale winst?
De grafiek van `f` ontstaat door translaties en een vermenigvuldiging ten opzichte van de `x` -as uit de grafiek van `g(x)=x^4` . De top van de grafiek van `f` is `(4, 6)` . De grafiek van `f` snijdt de `y` -as in `(0, 1)` .
Stel het functievoorschrift van `f` op.