Veeltermfuncties > Veeltermen
12345Veeltermen

Voorbeeld 1

Gegeven is de functie: `f(x)=text(-)0,1(x-4)^3+10`
Bepaal eerst de karakteristieke eigenschappen van `f` en plot daarna met de grafische rekenmachine de grafiek. Bereken het nulpunt van `f` .

> antwoord

De grafiek van `f` ontstaat door transformaties uit de grafiek van `y=x^3` .

Achtereenvolgens:

  • translatie van `4` t.o.v. de `y` -as;

  • vermenigvuldiging t.o.v. de `x` -as met factor `text(-)0,1` ;

  • translatie van `10` t.o.v. de `x` -as.

Het domein en bereik van `f` is daarom `ℝ` en de grafiek van `f` is puntsymmetrisch.

Door de negatieve factor `text(-)0,1` voor `(x-4)^3` is de grafiek dalend voor elke waarde van `x` (behalve bij `x=4` ). Het punt van symmetrie kun je uit het functievoorschrift aflezen: `(4, 10)`

Venster bijvoorbeeld: `[text(-)6, 14]xx[text(-)90, 110]`

Het nulpunt bereken je door `f(x) = 0` op te lossen:

`text(-)0,1(x-4)^3+10`

`=`

`0`

`(x-4)^3`

`=`

`100`

`x-4`

`=`

`root(3)(100)`

`x`

`=`

`root(3)(100)+4`

Het exacte nulpunt is `x = root(3)(100)+4` .

Opgave 5

Gegeven is de functie: `f(x)=3(x-5)^4-6`

a

Bereken exact de nulpunten van `f` .

b

Los exact op: `f(x)=21`

c

Voor welke waarden van `c` heeft de vergelijking `f(x)=c` geen oplossing?

Opgave 6

Los algebraïsch op. Rond indien nodig af op twee decimalen.

a

`5(x-1)^6+1=26`

b

`text(-)(x+3)^5-2=15`

c

`1/4(x+2)^9+100=text(-)28`

d

`text(-)2(x-5)^4+15=3`

Opgave 7

Een grafiek is door translaties en een vermenigvuldiging ten opzichte van de `x` -as ontstaan uit de grafiek van `y=x^4` . De top van de grafiek is `(5, 8)` en de grafiek gaat ook door `(3, 12)` .

Stel een formule op voor deze grafiek.

verder | terug