Exponentiële functies > Exponentiële functies
123456Exponentiële functies

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

Alleen het punt `(0, 6)` .

b

Nee.

c

Ja, de `x` -as.

d

Mits `g != 0` geldt het volgende: De `x` -as is een asymptoot, er zijn geen extremen en de grafiek van `f` snijdt de `y` -as in het punt `(0, b)` .

Opgave 1
a

`f(x)=2^x` ; geen nulpunten; `y=0` is de horizontale asymptoot; de grafiek is toenemend stijgend.

b

`f(x)=1^x` ; geen nulpunten; geen asymptoot, omdat `1^x=1` voor elke `x` .

c

`f(x)=0,5^x` ; geen nulpunten; `y=0` is de horizontale asymptoot; de grafiek is afnemend dalend.

d

`f(x)=2 *1,5^x` ; geen nulpunten; `y=0` is de horizontale asymptoot; de grafiek is toenemend stijgend.

e

`f(x)=text(-)2 *1,5^x` ; geen nulpunten; `y=0` is de horizontale asymptoot; de grafiek is toenemend dalend.

Opgave 2

Er geldt:

  • Als `g>1` is de grafiek voortdurend toenemend dalend.

  • Als `g=1` is de grafiek constant.

  • Als `0 < g < 1` is de grafiek voortdurend afnemend stijgend.

  • Er zijn geen nulpunten, de `x` -as is een horizontale asymptoot.

  • Er zijn geen extremen.

Opgave 3
a

De groeifactor van A is gelijk aan `1,025` en die van B is `1,031` . De groeifactor van B is dus groter dan die van A. Conclusie: de bevolking bij B groeit harder dan die van A.

b

Voer in: Y1=750*1.025^X en Y2=620*1.031^X
Venster bijvoorbeeld: `[0, 50]xx[0, 2500]` .
Snijden geeft `t=32,6138...` .

c

`B(8)~~791,518` , dus op 1 januari 2021 had stad C `791518` inwoners. Op 1 januari 2013 had deze stad `791518*1,083^(text(-)8)~~418247` inwoners.

Noem `C` het aantal inwoners in duizendtallen van stad C, dan is `C(t)=418,247*1,083^t` , met `t=0` op 1 januari 2013.

Voer in: Y1=750*1.025^X en Y2=418.247*1.083^X.

Venster bijvoorbeeld: `[0, 20]xx [0, 1500]` .

De grafieken snijden elkaar bij `x~~10,6` .

Dus in het jaar 2023 zijn de steden even groot.

Opgave 4
a

Als er dagelijks `20` % minder is, blijft er `80` % over. Dus de groeifactor is `0,8` .

b

Voer in: Y1=40*0.8^X
Venster bijvoorbeeld: `[0 , 50 ]xx[0 , 40 ]` .

c

Voer in: Y2=1
Snijden geeft `x~~16,531` .

Als `t>16,53` , dan is de concentratie niet meer meetbaar.

Opgave 5

`g_4=350/200=1,75` , dus `g =1,75^(1/4)~~1,15` en `f(x)=b*1,15^x` .

`f(10)=b*1,15^10=200` geeft `b~~49` .

Dus: `f(x)~~49*1,15^x` .

Opgave 6
a

`S(t)=10000 *1,05^t`

b

Voer in: Y1=10000*1.05^X en Y2=15000
Venster bijvoorbeeld: `[0, 15]xx[0, 20000]` .

Snijden geeft `x~~8,3` , dus het duurt negen jaar voordat het spaargeld gegroeid is tot meer dan €  `15000,00` .

c

Voer in: Y3=20000
Venster bijvoorbeeld: `[0, 20]xx[0, 25000]` .

Snijden geeft `x~~14,21` , dus na vijftien jaar is het spaargeld (meer dan) verdubbeld.

Opgave 7
a

`1,05^t=4000` oplossen.

Voer in: Y1=1.05^X en Y2=4000
Venster bijvoorbeeld: `[0, 200]xx[0, 5000]` .

Snijden geeft `x~~170` , dus het bedrag moet `170` jaar geleden op de spaarrekening zijn gezet.

b

Ja, kies venster bijvoorbeeld: `[text(-)175, text(-)165]xx[text(-)1, 2]` .

c

Nee, er is een horizontale asymptoot `S=0` .

Opgave 8
a

`f(3)=3281,25`

`f(text(-)5)=2,1504`

b

`y=0`

c

Voer in: Y1=210*2.5^X en Y2=1200
Venster bijvoorbeeld: `[0, 5]xx[0, 1500]` .

Snijden geeft `x~~1,90` .

d

Voer in: Y2=2345
Venster bijvoorbeeld: `[0, 5]xx[0, 3000]` .

Snijden geeft `x=2,633...` , in de grafiek zie je dat `x < 2,63` .

Opgave 9
a

`a(t)=2000 *1,04^t`

`b(t)=1500 *1,06^t`

b

Voer in: Y1=2000*1.04^X en Y2=1500*1.06^X
Venster bijvoorbeeld: `[0, 20] xx [1000, 4000]` .

c

Om `a(t)>b(t)` op te lossen zoek je eerst het snijpunt, dus `a(t)=b(t)` .

Snijden geeft `x=15,1028...` .
Ongeveer `15` jaar en `1,2` maanden na 1 januari 2010. Dus vanaf maart 2015.

Opgave 10

Bij `x=1` heeft `f` de waarde `20` , dus de groeifactor is `20/10=2` . Hieruit volgt dat `f(x)=10 *2^x` .

Bij `x=text(-)1` heeft `g` de waarde `30` , dus de groeifactor is `10/30=1/3` . Hieruit volgt dat `g(x)=10 * (1/3)^x` .

Opgave 11

Noem `H` de huur bij de exponentiële groei en `h` de groei bij de lineaire groei met `t` de tijd in jaren.

`H(t)=650 *1,055^t`

`h(t)=650 +50 t`

Voer in: Y1=650*1.055^X en Y2=650+50X
Venster bijvoorbeeld: `[0, 20]xx[0, 2000]` .

Snijden geeft `x~~12,81` , dus na `13` jaar gaat dit de huurder voordeel opleveren.

Opgave 12Radioactief afval
Radioactief afval
a

Groeifactor per vier maanden: `1630/2000=0,815` .
Groeifactor per jaar: `g=0,815^3≈0,541` .

Een jaar voor 6 januari 2014 was de straling `2000 *0,541^(text(-)1)≈3695` Bq.

b

`g_(4\ text(maanden))=1630/2000=0,815` en `g_(text(jaar))=0,815^3≈0,541` .

`2,5` jaar na 6 januari 2014 was de straling `2000 *0,541... ^(2,5)≈431` Bq.

c

De beginwaarde `b` is gelijk aan `2000` .
De groeifactor per vier maanden is `0,815` , dus de groeifactor per maand is `(0,815)^(1/4) ~~ 0,950` .

Dus `S(t)=2000*0,950^t`

d

Tien jaar geleden was de straling `2000 *0,541^(text(-)10)≈931231` Bq.
`text(B)_S=〈0 , 931231 ]` .

e

`2000*0,950^t < 1000`

Voer in: Y1=2000*0.950^X en Y2=1000.
Venster bijvoorbeeld: `[0, 10]xx[0, 2000]` .
Snijden geeft `x=13,553...` , dus na ongeveer `13,6` maanden.

In februari 2015 is de straling voor het eerst minder dan `1000` Bq.

Opgave 13Waterzuivering
Waterzuivering
a

De percentages zijn niet van dezelfde hoeveelheid.

b

Verwijderd na fase 1: `20` %.

`80` % is dan nog over: `0,8*0,3=0,24` . Dus verwijderd na fase 2: `24+20=44` %.

`56` % is nog over na fase 2.
`0,56*0,5=0,28` Dus verwijderd na fase 3: `44+28=72` %.

Opgave 14
a

`H(t)=850 *1,055^t` .

b

Vanaf 1-1-2004.

Opgave 15
a

`1,03>1` , dus de groeifactor is groter dan `1` .

b

`t>37,167` .

c

`t le text(-)335,044` .

Opgave 16

`f(x)=59 *1,165^x` .

verder | terug