Exponentiële functies > Meer exponentiële functies
123456Meer exponentiële functies

Voorbeeld 1

Gegeven is de functie `f` met voorschrift `f(x)=60 *2^x-480` .
Breng de grafiek in beeld met de grafische rekenmachine en bepaal de vergelijking van de asymptoot. Los vervolgens op `f(x) < 0` .

> antwoord

De grafiek van `f` kan ontstaan uit die van `y=2^x` door:

  • vermenigvuldiging ten opzichte van de `x` -as met `60` ;

  • verschuiving ten opzichte van de `x` -as met `text(-)480` eenheden.

De horizontale asymptoot is daarom `y=text(-)480` . Bij een venster van `[text(-)10 , 10 ]xx[text(-)500 , 500 ]` komt de grafiek goed in beeld.
`f(x)=0` als `60 *2^x-480 =0` , dus als `60 *2^x=480` . Als je beide zijden van deze vergelijking door `60` deelt, vind je `2^x=8` . Omdat `8 =2^3` is, kun je de oplossing zonder rekenmachine vinden: `x=3` .
Uit de grafiek volgt nu de oplossing van de ongelijkheid: `x < 3` .

Opgave 3

Gegeven zijn de functies `f(x)= (1/3) ^x` en `g(x)=1/2* (1/3) ^x` en `h(x)=1/2* (1/3) ^x-5` .

a

Hoe kun je de grafiek van `g` door transformatie laten ontstaan uit die van  `f` ?

b

Hoe kun je de grafiek van `h` krijgen door transformatie van de grafiek van  `f` ?

c

Welke lijn is asymptoot van de grafiek van `h` ?

d

Geef het domein en het bereik van de functie `h` .

e

Vereenvoudig de vergelijking `1/2* (1/3)^x-50 =1000` en los hem op in drie decimalen nauwkeurig.

f

Los op in drie decimalen nauwkeurig: `1/2* (1/3) ^x-50 >1000` .

verder | terug