Logaritmische functies > Eigenschappen
12345Eigenschappen

Voorbeeld 2

Los de vergelijking `2^t=20000` op met behulp van de knop logaritme van de grafische rekenmachine. Rond af op één decimaal.

> antwoord

`2^t=20000` heeft als oplossing `t=\ ^2log(20000)` .

Met de grafische rekenmachine kun je op twee manieren het antwoord bepalen:

  • `t=(log(20000))/(log(2))≈14,3`

  • `t=\ ^2log(20000)≈14,3`
    (Als de rekenmachine beschikt over een optie waarin je ook het grondtal van de logaritme kunt invoeren.)

Opgave 7

Los de vergelijkingen op de volgende manieren op:

  • Benader `x` door het in te voeren op de grafische rekenmachine en de grafieken af te lezen.

  • Geef `x` exact met een logaritme, en geef aan hoe je dit logaritme in zou voeren op de grafische rekenmachine.

a

`3^x=8100`

b

`(1/4) ^x=0,002`

verder | terug