Machtsfuncties > Machtsfuncties
1234567Machtsfuncties

Verwerken

Opgave 9

In een grootwinkelbedrijf onderzoekt de marktetingafdeling hoe de tomatenverkoop afhangt van de prijs. Iemand beweert dat dan de volgende formule geldt: `a=500/p` . Hierin is `a` de verkoop per dag in kg en `p` de prijs per kg in euro. De verkoop per dag varieert van `100` tot `1000` kg.

a

Schrijf de formule zo, dat blijkt dat de afzet recht evenredig is met de macht van de prijs.

b

Teken de grafiek met de grafische rekenmachine voor de prijs tussen € `1,00` en € `5,00` per kg. Als de prijs verdubbeld wordt, wordt de afzet dan meer of minder dan de helft? Hoe kun je dat aan de grafiek direct zien?

c

Het bedrijf heeft een voorraad van `300` kg tomaten. Bereken de prijs waarbij de voorraad binnen een dag is verkocht. Geef ook de formule waarmee je dit direct kunt berekenen.

d

Hoe groot is de verkoop bij een prijs van € 0,01? En bij € 100,00?
Geef zelf aan wat dit betekent voor de bruikbaarheid van deze formule.

Opgave 10

Gegeven is de functie `f(x) = 3/(sqrt(x-1)) + 5` .

a

Leg uit dat de grafiek van deze functie kan ontstaan door transformatie van de grafiek `y=x^ (text(-) 1/2)` .

b

Welke transformaties moet je toepassen om de grafiek van `f` te krijgen?

c

Schrijf domein en bereik van `f` op.

d

Los op: `f(x)≤10` .

Opgave 11

Bekijk de grafieken van de functies `f(x) = text(-)5 + 2 sqrt(x-3)` en `g(x)=sqrt(x)` .

a

Schrijf `f` en `g` als machtsfunctie en beschrijf hoe de grafiek van `f(x)` vanuit die van `g(x)` kan ontstaan.

b

Geef het domein en bereik van zowel `f` als `g` .

c

Los op: `f(x) ge 100` .

Opgave 12

Gegeven is de functie `f(x) = 100/((x-10)^2) + 25` .

a

Laat zien, dat de grafiek van deze functie kan ontstaan uit een machtsfunctie. Schrijf bijbehorende transformaties op.

b

Welke asymptoten heeft de grafiek van `f` ?

c

Schrijf domein en bereik van `f` op.

d

Los op: `f(x)≤50` .

Opgave 13

Los de volgende vergelijkingen en ongelijkheden algebraïsch op.

a

`3 (x+2)^6 - 30 = 300`

b

`8 -4 sqrt(x-3)>4`

c

`root6 (x) < 9`

d

`5 (x+7) ^3 > 45`

e

`2+9 sqrt(x-5) < 20`

Opgave 14

Een functie die door transformatie uit een machtsfunctie ontstaat is: `h(x) = a (x-b)^c + d` .

a

Voor welke waarden van `c` heeft de functie een maximum of minimum?

b

Waar hangt het van af of het een maximum of minimum is?

c

Hoe kun je uit deze formule aflezen waar de top zich bevindt? Geef de coördinaten van deze top.

verder | terug