Periodieke functies > Vergelijkingen met sinus en cosinus
1234567Vergelijkingen met sinus en cosinus

Testen

Opgave 19

Bekijk de grafiek van `f(x)=cos(x)` .
Los de volgende vergelijkingen op. Geef waar mogelijk exacte oplossingen en anders benaderingen in drie decimalen nauwkeurig.

a

`cos(x)=0,95`

b

`cos(x)=text(-)0,95`

c

`cos(x)=text(-)1/2`

Opgave 20

Gegeven is de functie `f(x)=4 cos(x)+1` op `[text(-)2 π ,2 π ]` .

a

Bereken alle nulpunten van de grafiek van `f` in twee decimalen nauwkeurig.

b

Los op `f(x) < 0` .

Opgave 21

Los exact op: `sin(3 x)=0,5` .

verder | terug