Analytische meetkunde > Lijnen
123456Lijnen

Voorbeeld 2

In de figuur is een lijn `l` getekend.

Stel bij lijn `l` exacte vergelijkingen op van de vormen `y=ax+b` en `px+qy=r` .
Bepaal ook de snijpunten van `l` met de `x` - en `y` -as.

> antwoord

Gebruik de vorm `y=ax+b` omdat de lijn niet evenwijdig is aan de `y` -as.
Het hellingsgetal `a= (y_Q -y_P) / (x_Q -x_P) = (2 -3) / (5 -1) =text(-)1/4` . 
Dit geeft `y=text(-)1/4x+b` .

`P(1, 3 )` ligt op `l` . Dit invullen geeft `3 = text(-)1/4*1 + b` en dus `b = 3 1/4` .

Een vergelijking van `l` in de vorm `y=ax+b` wordt dan: `y=text(-)1/4 x+3 1/4` .

Herleid deze vergelijking tot de vorm `px+qy=c` :

`y` `=` `text(-)1/4 x+3 1/4`
`4y` `=` `text(-)x+13`
`x + 4y` `=` `13`

Dus een vergelijking van de vorm `px+qy=c` wordt dan `x+4 y=13` .

Het snijpunt met de `y` -as: `x=0` invullen in één van de vergelijkingen geeft `(0, 3 1/4)` .
Het snijpunt met de `x` -as: `y=0` invullen in één van de vergelijkingen geeft `(13, 0)` .

Opmerking: ga na welke vergelijking je het beste kunt gebruiken.

Opgave 8

Stel exacte vergelijkingen op van de vormen `y=ax+b` en `px+qy=c` van de lijn `l` die gaat door de punten `P(text(-)2, 5)` en `Q(text(-)4, 6)` . Bereken de richtingscoëfficiënt van `l` en de snijpunten met de `x` -as en de `y` -as.

Opgave 9

Stel exacte vergelijkingen op van de vormen `y=ax+b` en `px+qy=c` van de lijn door `R(text(-)22, text(-)35)` en `S(12, 25)` .
Bereken de richtingscoëfficiënt van deze lijn en de snijpunten met de `x` -as en `y` -as.

Opgave 10

Gegeven is de rechte lijn met vergelijking `3x+by=1` . De lijn gaat door het punt `C(5, text(-)2)` . Bereken de waarde van `b` .

verder | terug