Vectoren en goniometrie > Vectoren
12345Vectoren

Verkennen

Opgave V1

De koers van een vliegtuig is de hoek die zijn vliegrichting maakt met het noorden. Zo’n hoek wordt rechtsom (met de wijzers van de klok mee) gemeten. De verplaatsing van het vliegtuig heeft een richtingshoek (de koers) en een lengte (de afstand). Hij is op te splitsen in een noordelijke component en een oostelijke component.

a

Als de verplaatsing een grootte heeft van `500`  km en een richtingshoek van `30^@` , hoe groot zijn dan de noordelijke component en de oostelijke component? (Maak een tekening en meet de lengtes van de componenten, waarbij `100`  km `= 2`  cm.

Je kunt de hoek van de verplaatsing aanpassen. Vergroot de hoek.

b

Bij welke hoek wordt de noordelijke component een zuidelijke component?

c

Bij welke hoek is de zuidelijke component even sterk als de noordelijke component bij `30^@` ?

d

Bij welke hoek wordt de oostelijke component een westelijke component?

verder | terug