Vectoren en goniometrie > Sinus, cosinus en tangens
12345Sinus, cosinus en tangens

Testen

Opgave 19

Gegeven zijn de punten `P(0, 8 )` en `Q(12, 3 )` .

a

Bereken `| vec(PQ) |` en de hoek die `vec(PQ)` met de positieve `x` -as maakt.

b

`vec(OR)` is even lang als `vec(PQ)` maar heeft een richtingshoek van `120^@` met de positieve `x` -as. Bereken de exacte coördinaten van `R` .

Opgave 20

Bereken (exact indien mogelijk, anders in graden nauwkeurig) alle hoeken `α` met `0text(°)≤α≤360text(°)` waarvoor geldt:

a

`sin(α)=text(-)0,83`

b

`cos(α)=text(-)1/2 sqrt( 3 )`

Opgave 21

Teken `DeltaABC` met `∠A=30^@` , `∠B=135^@` , en `| AC |=10` . Bereken de exacte lengte van `AB` en `BC` .

verder | terug