Vectoren en goniometrie > Sinusregel
12345Sinusregel

Voorbeeld 2

Bekijk de constructie van `Delta ABC` met `∠A=20^@` , `| AB |=6` en `| BC |=4` . Bereken de lengte van `AC` .

> antwoord

De sinusregel geeft: `4/ (sin(20^@)) =6/ (sin (∠C))` .

Hieruit volgt: `sin(∠C)≈0,5130` .
Nu zijn er twee hoeken die hieraan voldoen: `∠C_2 ≈31^@` `∨∠C_1 ≈149^@` .
En daarom zijn er twee driehoeken mogelijk, wat de constructie ook laat zien. Van deze driehoeken is `∠B_2 ≈129^@ ∨ ∠B_1 ≈11^@` .
Pas je nog een keer de sinusregel toe, dan vind je: `| AC |≈9,1 ∨ | AC |≈2,2` .

Opgave 9

`Delta KLM` heeft `∠K=30^@` , `| KL |=5` cm en `| LM |=4` cm. Construeer de twee mogelijke driehoeken en bereken voor allebei de lengte van `KM` .

Opgave 10

Van een `Delta ABC` is `| AB |=20` , `| BC |=25` en `∠A=60^@` .

a

Toon aan dat `sin(∠C)=2/5sqrt(3)`

b

Welke hoeken voldoen aan `sin(∠C)=2/5 sqrt(3)` ?

c

Je berekent hoeken uit een driehoek. Welke hoek voldoet?

d

Bereken nu de lengte van `AC` .

verder | terug