Gegeven is de cirkel `c: (x-2 ) ^2 + (y-3 ) ^2 =17` . Hieronder staan wat omschrijvingen van lijnen `l` . Stel telkens vergelijkingen op van alle lijnen `l` die aan deze omschrijving voldoen.
`l` heeft een richtingscoëfficiënt van `4` en raakt cirkel `c` .
`l` gaat door `P(text(-)1, 2 )` en raakt cirkel `c` .
Stel een vergelijking op van de cirkel met straal `10` en middelpunt op de `x` -as die de lijn met vergelijking `6 x+4 y=40` raakt. Rond hierbij af op twee decimalen.