Je ziet hier een opslagruimte die bestaat uit twee in elkaar geschoven gelijke halve cilinders waarvan de middelpunten op de `x` -as liggen. De gegeven afmetingen staan in de figuur. Hoe hoog is deze opslagruimte?
Maak een cartesisch `Oxy` -assenstelsel met als oorsprong het punt recht onder het snijpunt van beide cirkels. De punten `A(text(-)8, 0)` , `B(8, 0)` en `C(0, 4)` ontstaan dan vanzelf.
Je kunt daarmee middelpunt van beide cirkels berekenen. Dit is het snijpunt van de middelloodlijn van `AC` (dan wel `BC` ) met de `x` -as.
De middelloodlijn van `AC` heeft vergelijking `y = text(-)2x - 6` . De `x` -as is `y = 0` . Dus hun snijpunt is `(text(-)3, 0)` . De straal van beide cirkels is daarom `5` . De opslagruimte is `5` m hoog.
Bekijk
Bepaal de vergelijking van de middelloodlijn van `BC` .
Laat met behulp van het antwoord bij a zien, dat de opslagruimte `5` m hoog is.
In het
`Oxy`
-stelsel in
Bij het grootste deel van de vloeroppervlakte hoort een hoogte van `4` meter of meer. Hoe groot is die vloeroppervlakte?
In punt `C` komen twee cirkels bij elkaar. Welke hoek maken die cirkels in `C` met elkaar? Rond af op twee decimalen nauwkeurig.