Veranderingen > Differentiaalquotiënt
123456Differentiaalquotiënt

Voorbeeld 1

Gegeven is de functie `f` met `f(x)=4 -x^2` .
Bereken het differentiaalquotiënt voor `x=1` en beschrijf de betekenis van dit getal.

> antwoord

Maak een rij met differentiequotiënten door bij het interval `[1, 1+h]` voor `h` steeds kleinere waarden te kiezen. Bijvoorbeeld:

interval differentiequotiënt
`[1; 1,1]` `text(-)2,1`
`[1; 1,01]` `text(-)2,01`
`[1; 1,001]` `text(-)2,001`
`[1; 1,0001]` `text(-)2,0001`

Deze rij getallen lijkt te naderen naar `text(-)2` . Dit is het differentiaalquotiënt van deze functie voor `x=1` en de veranderingssnelheid van de grafiek voor die waarde van `x` . Het is ook het hellingsgetal van de raaklijn aan de grafiek voor `x=1` . Je ziet in de figuur dat een grafische rekenmachine dit voor je kan berekenen, zie ook het Practicum .

Opgave 2

In Voorbeeld 1 zie je hoe je bij een gegeven functie  `f` het differentiaalquotiënt voor een bepaalde `x` -waarde kunt berekenen.

a

Wat betekent dit getal voor de grafiek? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.

De richtingscoëfficiënt van de grafiek voor die `x` -waarde.

De richtingscoëfficiënt van het lijnstuk op het interval `[0, x]` .

De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek voor die `x` -waarde.

De `y` -waarde bij die waarde van `x` .

b

Welke betekenis heeft dit getal voor de functiewaarden?

De grootte van de functiewaarde bij die waarde van `x` .

De snelheid waarmee de functiewaarden veranderen voor die waarde van `x` .

De gemiddelde verandering van de functiewaarden.

Opgave 3

Bekijk Voorbeeld 1. Je wilt het differentiaalquotiënt van `f` bepalen voor `x=2` .

a

Maak zelf de tabel met differentiequotiënten op het interval `[2, 2 +h]` waarin `h` achtereenvolgens de waarden `0,1` ; `0,01` ; `0,001` en `0,0001` heeft.

b

Hoe groot is dus het differentiaalquotiënt voor `x=2` ?

c

Welke vergelijking heeft de raaklijn aan de grafiek van `f` voor `x=2` ?

verder | terug