Op een school kiezen 26 havo4-leerlingen het NT-profiel. In de vrije ruimte kunnen
ze één, twee of drie vakken kiezen uit: wiskunde D, informatica en NLT (natuur, leven
en technologie).
Zestien leerlingen kiezen wiskunde D, twaalf kiezen informatica en veertien kiezen
NLT.
Er zijn dertien leerlingen die maar één van deze drie vakken kiezen.
Drie leerlingen kiezen wiskunde D en NLT, acht leerlingen kiezen wiskunde D en informatica,
waarbij de drie leerlingen zitten die alle drie de vakken kiezen.
Hoeveel leerlingen kiezen alleen NLT en informatica?
Een venndiagram kan helpen. Het gevraagde aantal leerlingen dat alleen NLT en informatica
kiest stel je voor door
`x`
. Daarmee kun je het venndiagram invullen.
Nu zijn er dertien leerlingen die maar een van deze drie vakken hebben, dus:
`5 +8 -x+4 -x=13`
.
Dit levert op:
`x=2`
.
Ter controle kun je het hele diagram invullen.
Op een school kiezen vwo leerlingen een NG-profiel. In de vrije ruimte kunnen ze één, twee of drie vakken kiezen: natuurkunde, NLT (natuur, leven en technologie) of aardrijkskunde. leerlingen kiezen natuurkunde, kiezen NLT en kiezen aardrijkskunde. Verder kiezen leerlingen natuurkunde en NLT, kiezen natuurkunde en aardrijkskunde en kiezen NLT en aardrijkskunde.
Hoeveel leerlingen kiezen drie vakken?
Hoe groot is de kans dat een leerling alleen maar aardrijkskunde heeft gekozen?