Kansrekening > Kansen vermenigvuldigen
12345Kansen vermenigvuldigen

Toepassen

Opgave 14Welk medicijn?
Welk medicijn?

Bij een bepaalde ziekte kunnen twee verschillende medicijnen worden voorgeschreven: medicijn A of medicijn B. In principe wordt altijd (het beste) medicijn A voorgeschreven, maar `10` % van de patiënten reageert daar allergisch op en krijgt dan medicijn B. Medicijn A zorgt in `95` % van de gevallen voor genezing, medicijn B in `75` % van de gevallen.

Een ziekenhuis heeft deze medicijnen aan negenhonderd personen voorgeschreven. Hoe groot is de kans dat een genezen persoon uit deze groep medicijn B heeft gekregen? Geef het antwoord in vier decimalen nauwkeurig.

Opgave 15Pepmiddel
Pepmiddel

Je ziet een vraag uit één van de Nationale Wetenschapsquizzen.

Met een steekproef worden de deelnemers aan de tiende Nationale Wetenschapsquiz op een verboden pepmiddel getest. Stel dat tien procent van de deelnemers het pepmiddel gebruikt. De test is slechts voor negentig procent zuiver.

Een deelnemer blijkt pep-positief.
Hoe groot is de kans dat hij het pepmiddel daadwerkelijk heeft gebruikt?

Voor alle duidelijkheid: met de zinsnede "de test is slechts voor negentig procent zuiver" wordt bedoeld dat de test in `10` % van de gevallen een verkeerde uitslag geeft. Dus `10` % van de gebruikers wordt pep-negatief getest en `10` % van de niet-gebruikers wordt pep-positief getest.

verder | terug