Verschillen en verbanden > Het begrip toets
123456Het begrip toets

Verkennen

Opgave V1

Uit onderzoek blijkt dat in een bepaalde week `3,9` % van de Nederlandse bevolking griep heeft gehad.
In een klas van `25` leerlingen hebben diezelfde week `4` leerlingen de griep gehad, dat is maar liefst `16` %.

a

Hoe groot is de kans daarop als die `3,9` % inderdaad voor de hele Nederlandse bevolking geldt?

b

Hoeveel grieppatiënten verwacht je in deze klas als die `3,9` % inderdaad geldt?

c

Kun je nu zonder meer zeggen dat de `3,9` % niet klopt als je meer dan het verwachte aantal grieppatiënten in de klas aantreft?

d

Bij welk aantal grieplijders in deze klas heb je minder dan `5` % kans dat je het percentage van `3,9` % grieppatiënten ten onrechte verwerpt?

verder | terug