Verschillen en verbanden > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Toepassen

Opgave 7The Great Blackout
The Great Blackout
dag aantal geboorten
04-08 448
05-08 466
06-08 377
07-08 344
08-08 448
09-08 438
10-08 455
11-08 468
12-08 462
13-08 405
14-08 377
15-08 451
16-08 497
17-08 458
18-08 429
19-08 434
20-08 410
21-08 351
22-08 467
23-08 508

Op 9 november 1965 viel de stroom uit in New York City, een storing die `24` uur duurde: "The Great Blackout" . Negen maanden later schreven de kranten over een geboorte-explosie in New York City. De tabel vermeldt het aantal geboorten in New York City in een periode van `270` tot `290` dagen na "The Great Blackout" , in augustus 1966.
Het gemiddelde aantal geboorten per dag dat over deze periode ongeveer `435` bedraagt, blijkt echter niet zo veel hoger te liggen dan het gemiddelde over het gehele jaar 1966 dat `430` bedraagt. Neem aan dat het aantal geboorten per dag in New York City over het gehele jaar 1966 redelijk constant is.

a

Laat zien dat het aantal dagen in de periode van 4 tot en met 23 augustus waarop het geboortegemiddelde boven het jaargemiddelde ligt, niet significant hoog is. Neem een significantieniveau van `5` %.

In de `20` dagen voorafgaande aan 4 augustus 1966 bleek op zo veel dagen het aantal geboorten kleiner te zijn dan `430` , dat men van een significante afwijking kan spreken bij een significantieniveau van `5` %.

b

Op hoeveel dagen was er sprake van een aantal geboorten beneden het gemiddelde?

4 augustus 1966 was een donderdag. Op de drie zondagen in de periode van 4 - 23 augustus 1966 was het aantal geboorten kleiner dan `379` . Neem aan dat het aantal geboorten in New York City normaal is verdeeld met een gemiddelde van `430` en een standaardafwijking van `40` in de `50`  weken die volgen op de periode van 4 - 23 augustus 1966.

c

Toon aan dat tot op twee decimalen de kans dat op een willekeurig gekozen dag het aantal geboorten kleiner is dan `379` , gelijk is aan `0,10` .

In de `50`  zondagen die volgen op de periode van 4 - 23 augustus 1966 blijken er `10`  zondagen te zijn met een aantal geboorten kleiner dan `379` .

d

Is het aantal zondagen met een aantal geboorten kleiner dan `379` significant hoog? Neem `α=5` %.

verder | terug