Ruimtelijke figuren > Berekeningen
123456Berekeningen

Uitleg

Bekijk de balk `ABCD.EFGH` . Gegeven is dat `AB=5`  cm, `BC=3`  cm en `AE=2`  cm.

Om zijvlaksdiagonaal `AC` te berekenen, merk je op dat `∆ABC` rechthoekig is. In deze driehoek kun je de stelling van Pythagoras toepassen: `AB^2+BC^2=AC^2` .
Dus is: `AC^2=5^2+3^2` .
Zo vind je: `AC=sqrt(5^2+3^2)=sqrt(34 )` .

Lichaamsdiagonaal `AG` reken je op dezelfde wijze uit. Nu is `∆ACG` de rechthoekige driehoek waarin je de stelling van Pythagoras toepast: `AC^2+CG^2=AG^2` .
Dus is: `AG^2=34 +2^2` .
Zo vind je: `AG=sqrt( (sqrt(34 )) ^2+2^2)=sqrt(38 )` .

Een hoek als `∠CAG` (hoekpunt `A` en benen `AC` en `AG` ) bereken je met behulp van sinus, cosinus of tangens in een rechthoekige driehoek.
Neem daarvoor `∆ACG` , dan is bijvoorbeeld `tan(∠CAG)=2/ (sqrt(34 ))` .
Dus is `∠CAG≈19^@` .

Opgave 1

Bekijk de balk `ABCD.EFGH` .

a

Welke vorm heeft vlak `AFGD` in werkelijkheid?

b

Bereken de lengte van zijvlaksdiagonaal `AF` .

c

Bereken de grootte van `∠AGF` in graden nauwkeurig.

Opgave 2

Bekijk de balk `ABCD.EFGH` .
Gegeven is dat `AB=6, BC=4` en `AE=3` . Punt `M` is het midden van ribbe `HG` .

a

Bereken de lengte van `AM` en `BM` .

b

Bereken de grootte van `∠AMH` in graden nauwkeurig.

c

Bereken de grootte van `∠AMD` in graden nauwkeurig.

d

Bereken de grootte van `∠AMB` in graden nauwkeurig.

verder | terug