Ruimtelijke figuren > Berekeningen
123456Berekeningen

Voorbeeld 2

Bekijk de balk `ABCD.EFGH` van `4` bij `4` bij `6` . Punt `P` ligt op het midden van `AD` , `Q` ligt op het midden van `AB` en `R` ligt op het midden van `CG` .
Bereken de grootte van de hoeken `RQC` en `PRQ` in graden nauwkeurig.

> antwoord

Je zoekt geschikte driehoeken of rechthoeken om in te rekenen. Teken waar nodig deze figuren zelf in de juiste vorm.

  • Voor hoek `RQC` kijk je naar de rechthoekige `∆RQC` , waarvan `QC=sqrt(20 )` en `CR=3` .
    Je ziet dat `tan(∠RQC)=3/ (sqrt(20 ))` en dus is `∠RQC≈34 °` .

  • Hoek `PRQ` bereken je in de gelijkbenige `∆PQR` , waarvan `PR=QR=sqrt(29 )` en `PQ=sqrt(8 )=2 sqrt(2 )` , met behulp van een hoogtelijn `RS` .
    Dan is: `sin(∠PRS)= (sqrt(2 )) / (sqrt(29 ))` . Ga na dat `∠PRQ≈30 °` .

Opgave 4

Gebruik de balk met de punten `P` en `Q` uit Voorbeeld 2.

a

Bereken de grootte van `∠AFD` .

b

Bereken de grootte van `∠QAC` .

c

Welk probleem doet zich voor als je `∠HPQ` zou willen berekenen?

verder | terug