Meetkundige berekeningen > Vectoren en inproduct
123456Vectoren en inproduct

Testen

Opgave 19

Gegeven zijn de vectoren `veca = ((text(-)4),(2))` en `vecb = ((2),(5))` .

a

Bereken de lengte van beide vectoren in twee decimalen nauwkeurig.

b

Bereken de richtingshoek van beide vectoren in graden nauwkeurig.

c

Bereken de kentallen van de vectoren `vec(a) + vec(b)` en `0,5vec(a) - vec(b)` .

d

Bereken de kentallen van de vector `vec(c)` zo, dat `vec(a) + vec(b) + vec(c) = ((0),(0))` .

Opgave 20

Gegeven is de vierhoek `PQRS` met `P(text(-)27, 21 )` , `Q(23 , 21 )` , `R(33 , 51 )` en `S(3 , 61 )` .

a

Toon aan dat deze vierhoek een vlieger is.

b

Bereken de grootste hoek van deze vierhoek.

c

`A, B, C` en `D` zijn de middens van de opeenvolgende zijden van de vlieger. Wat voor bijzondere vierhoek is `ABCD` ? Toon dit ook aan!

verder | terug