Meetkundige berekeningen > Hoeken en afstanden
123456Hoeken en afstanden

Voorbeeld 1

Figuur opent via muisklik
Dan draaibaar met rechter muisknop

Dit is een schuin afgeknotte balk `OABC.DEFG` met `E(5, 0, 6)` en `G(0, 5, 5)` .
Het scheve bovenvlak `DEFG` is geen rechthoek, de hoek bij hoekpunt `D` is kleiner dan `90^@` . Bereken de grootte van deze hoek.

> antwoord

`vec(DE) = ((5),(0),(text(-)3))` en `vec(DG) = ((0),(5),(text(-)4))` .

Voor het inproduct van beide vectoren geldt:
`12 = sqrt(34)*sqrt(41)*cos(/_EDG)` .

En dus is `/_EDG ~~ 71^@` .

Opgave 6

Bekijk Voorbeeld 1. Zie hoe je daar een hoek berekent.
De hoek in vlak `DEFG` die bij `E` zit, kun je meteen afleiden uit `/_EDG ~~ 71^@` .

a

Bereken die hoek met behulp van de vectoren `vec(ED)` en `vec(EF)` .

b

Hoe groot is de hoek tussen de lijnen `ED` en `EF` ?

c

Waarom is de hoek tussen de vlakken `OAED` en `OCGD` geen `71^@` ?

Opgave 7

Een regelmatige vierzijdige piramide heeft als hoekpunten `A(4, text(-)4, 0)` , `B(4, 4, 0)` , `C(text(-)4, 4, 0)` , `D(text(-)4, text(-)4, 0)` en `T(0, 0, 6)` .

a

Bereken de hoek tussen de lijnen `AT` en `CT` .

b

Hoe groot is de hoek tussen de lijnen `AT` en `TB` ?

c

Hoe groot is de hoek tussen de lijnen `AT` en `BC` ?

verder | terug