Meetkundige berekeningen > Hoeken en afstanden
123456Hoeken en afstanden

Voorbeeld 3

Figuur opent via muisklik
Dan draaibaar met rechter muisknop

Dit is een schuin afgeknotte balk `OABC.DEFG` met `E(5, 0, 6)` en `G(0, 5, 5)` .
Bereken de hoek tussen de vlakken `OABC` en `DEFG` .

> antwoord

Je moet dan eerst de snijlijn van beide vlakken tekenen:

  • Verleng `DG` tot hij `OC` snijdt in  `K` .

  • Verleng `DE` tot hij `OA` snijdt in  `L` .

  • `KL` is de bedoelde snijlijn.

Teken vervolgens lijn `OS` loodrecht op `KL` .
Teken ook lijnstuk `SD` .
Beide lijnstukken staan loodrecht op de snijlijn `KL` van beide vlakken, dus de gevraagde hoek is `/_OSD` . Deze is gelijk aan `45^@` .

Opgave 10

Bekijk Voorbeeld 3. Er wordt beschreven hoe je de hoek tussen de vlakken `OABC` en `DEFG` kunt berekenen.

a

Teken zelf de figuur en daarin de snijlijn van beide vlakken.

b

Bereken de lengte van `OS` .

c

Laat nu zien, dat de hoek tussen beide vlakken inderdaad `45^@` is.

Opgave 11

Een regelmatige vierzijdige piramide heeft als hoekpunten `A(4, text(-)4, 0)` , `B(4, 4, 0)` , `C(text(-)4, 4, 0)` , `D(text(-)4, text(-)4, 0)` en `T(0, 0, 6)` .

a

Bereken de hoek tussen de vlakken `ADT` en `BCT` .

De hoek tussen de vlakken `ABT` en `BCT` is niet meteen te berekenen. Je moet daartoe de lengtes berekenen van een lijnstuk `AP` dat loodrecht staat op `BT` en een lijnstuk `CP` dat ook loodrecht staat op `BT` . Je kunt je dan in `Delta APC` de gewenste hoek berekenen.

b

Voer die berekening uit.

verder | terug