Regelmatig kom je situaties tegen waarbij het om een zo groot mogelijke of een zo
klein mogelijke waarde gaat. Bijvoorbeeld bij vragen als: "Welke afmetingen heeft zo een klein mogelijke rechthoekige lap grond waarop een fabriekshal
moet komen met een rechthoekig vloeroppervlak van
`2400`
m2 en met daar omheen een boswal van
`10`
m breed aan de zijkanten en de achterkant en 20 m breed aan de voorkant van de fabriekshal?
"
Je spreekt dan van een optimaliseringsprobleem, je wilt een optimale (hier: maximale
of minimale) oplossing.
Je leert in dit onderwerp:
modelleren gebruiken bij problemen waarbij het gaat om een maximale of een minimale waarde.
Voorkennis:
werken met wiskundige modellen in eenvoudige situaties, de modelcyclus;
meetkundige berekeningen met de stelling van Pythagoras, gelijkvormigheid, oppervlakte, inhoud.