Optimaliseren > Toepassingen
123456Toepassingen

Voorbeeld 4

Gegeven zijn de functies `f(x)=4-x` en `g(x)=5/(x+2)` .
De lijn `x=p` met `text(-)1 < p < 3` snijdt de grafieken van deze functies in de punten `A` en `B` .

Voor welke exacte waarde van `p` is de lengte van lijnstuk `AB` maximaal?

> antwoord

De lengte van `AB` is `L(p)=4-p-5/(p+2)` .

`L'(p)=text(-)1 +5/(p+1)^2=0` geeft `(p+1)^2=5` en `p=sqrt(5)-1 vv p=text(-)1-sqrt(5)` (vervalt).

Met behulp van de grafiek of een tekenschema zie je dat je te maken hebt met een maximum.

De lengte `AB` is maximaal als `p=sqrt(5)-1` .

Opgave 6

Gegeven zijn de functies `f(x)=x-4` en `g(x)=1/8(0,5x-2)^5` .
De lijn `x=p` met `4 < p < 8` snijdt de grafieken van deze functies in de punten `C` en `D` .

Voor welke waarde van `p` is de lengte van lijnstuk `CD` maximaal? Rond af op twee decimalen.

Opgave 7

Gegeven zijn de functies `f` en `g` door `f(x)=x^2` en `g(x)=sqrt(x)` .
De lijn `x=p` met `0 < p < 1` snijdt de grafieken in de punten `A` en `B` .

Voor welke waarde van `p` is de lengte van lijnstuk `AB` maximaal?

Opgave 8

Lijn `x=p` met `0 < p < 2` snijdt de `x` -as in punt `A` en de grafiek van `f(x)=4 -x^2` in punt `B` . Bereken exact wat de grootst mogelijke oppervlakte van rechthoek `ABCD` is waarbij punt `C` op de grafiek van `f` ligt en punt `D` op de `x` -as.

verder | terug