Grafieken > Grafieken aflezen
1234567Grafieken aflezen

Toepassen

Geef bij elk van de volgende opgaven uitgebreide uitwerkingen.
Opgave 14Griepepidemie II
Griepepidemie II

Hier zie je grafieken van het verloop van het percentage grieppatiënten in Portugal, Nederland en België in de winter van 2008 - 2009.

a

Hoe kun je aan de grafieken zien dat het aantal griepgevallen dagelijks is gemeten?

b

Hoeveel personen per 100.000 inwoners hadden in Portugal op 5 december de griep? En hoeveel waren dat er in Nederland? En in België?

c

Hoeveel bedroeg het aantal griepgevallen per `100.000` inwoners in Portugal op zijn hoogst?

d

Op welk moment zijn er in Nederland evenveel griepgevallen per `100.000` inwoners dan op het hoogtepunt van de griepepidemie in Portugal? Zijn dat ook evenveel griepgevallen?

e

In welke twee periodes in januari 2009 is het aantal griepgevallen per 100.000 inwoners in Portugal groter dan in België?

Opgave 15Schoolartsenkaart II
Schoolartsenkaart II

Bekijk nog eens het stuk van de schoolartsenkaart over de lengtegroei van jongens in Voorbeeld 2.

Er staan een aantal groeilijnen op voorgedrukt. De middelste van die vijf lijnen is de `text(P)_(50)` -lijn. Verder is er een `text(P)_(3)` -lijn, een `text(P)_(10)` -lijn, een `text(P)_(90)` -lijn en een `text(P)_(97)` -lijn. Deze getallen geven aan hoeveel procent van de jongens voor wat betreft de lengte onder die lijn blijft. Bekijk de grafiek van Kees Zwart.

a

In welke jaren was hij langer dan de helft van de jongens van die leeftijd?

b

Waaraan zie je dat Kees niet bij de `10` % langste jongens hoort?

c

Op welke leeftijd wordt Kees langer dan `1,70` m?

d

Op welke leeftijden groeide Kees meer dan `10` cm in één jaar?

verder | terug