Grafieken > Grafieken tekenen
1234567Grafieken tekenen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1

Zie de tabel.

tijd (uur) 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
temperatuur (°C) 10 8 7 8 10 14 17 20 21 18 15 12 9
Opgave V2

Je begint met het tekenen van twee assen met een schaalverdeling. Dan teken je bij elk paar getallen in de tabel die bij elkaar horen (zoals een tijdstip en de bijbehorende temperatuur), een punt in het assenstelsel. Door al die punten teken je de grafiek.

Opgave 1
a

Zie de grafiek bij e.

b

Zie de grafiek bij e.

c

Er zijn kennelijk geen metingen verricht op de tussenliggende tijdstippen, dus eigenlijk weet je niet hoe de grafiek tussen twee punten loopt. Een verbinding tussen de punten helpt om een voorspelling te doen over de temperatuur op tussenliggende tijdstippen.

d

Temperatuur verandert geleidelijk en een vloeiende lijn van punt naar punt geeft dat beter weer.

e
f

Die temperatuur zal rond de `15`  °C zitten, maar je kunt dat niet zeker weten.

Opgave 2
a

De punten van de grafiek blijven op dezelfde plek (zie figuur), maar je kunt deze punten op verschillende manieren met elkaar verbinden.

b

De temperatuur gaat dan rond 13:00 uur even omhoog en later weer omlaag. Er komt dus een piekje in de grafiek rond 13:00 uur.

Opgave 3
a
tijd (jaartal) 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
bevolking (mln) 10,0 11,4 13,0 14,1 14,9 15,9 16,6
b

De jaartallen: 1950, 1960, 1970, 1980, 1990, 2000, 2010.

c

Op de verticale as staat het aantal inwoners in miljoenen. Je begint bij `0` en gaat tot `18` miljoen met stappen van `2` , dus `0` , `2` , `4` , `6` , enzovoort.

Omdat je ziet dat het aantal inwoners pas bij `10` miljoen begint, kun je ook een scheurlijn gebruiken. Dan laat je de verticale as lopen van `10` tot `17` miljoen met stappen van `1` miljoen. Dus `10` , `11` , `12` , enzovoort.

d

Zie figuur.

e

Ongeveer `15,6` miljoen.

f

In 2001.

Opgave 4
a

Zie de blauwe lijn in de grafiek:

b

Zie de oranje lijn in de grafiek bij a.

c

Hoewel de waarden in de tabel altijd meer vrouwen dan mannen geven, is er in de grafiek pas een verschil zichtbaar vanaf 1980 (hoewel je dat voor de tussenliggende jaren niet zeker weet). Je ziet aan de grafiek dat er een vrouwenoverschot is als de grafiek van het aantal vrouwen boven die van het aantal mannen ligt.

Opgave 5
a

Het aantal bezoekers zul je waarschijnlijk in duizendtallen uitdrukken. Dan krijg je dat de waarden langs de `y` -as van `590` tot `708` lopen. Deze waarden liggen ver van `0` af en redelijk dicht bij elkaar. Het is dus goed om een scheurlijn te gebruiken op de `y` -as.

Op de `x` -as staan jaartallen. Daarvoor wordt geen scheurlijn gebruikt.

b

Op de `x` -as liggen de waarden tussen de `18` en `32` . Deze waarden liggen dicht bij elkaar en relatief ver van `0` . Dus hier kun je goed een scheurlijn gebruiken.

Op de `y` -as liggen de waarden tussen de `25` en `200` . Hierbij kies je waarschijnlijk tussenstapjes van `25` . Dan ligt `25` dicht bij `0` . Je gebruikt geen scheurlijn.

c

Op de `x` -as staan de maanden van het jaar, dus daar is geen scheurlijn nodig.

Op de `y` -as lopen de waarden van `90` tot `360` . Deze waarden liggen ver uit elkaar, dus de stapgrootte op de as zal iets van `50` of zelfs `100` worden. In dat geval ligt `90` dicht bij `0` . Je gebruikt geen scheurlijn bij deze grafiek.

Opgave 6
a

Zie de grafiek bij c.

b

Verbind de punten met een vloeiende lijn.

c

Na zeven weken.

d

Na zeven weken daalt de grafiek snel. Daar neemt het gewicht van de cavia snel af.

Opgave 7
a
b
Opgave 8
a
b

Van 12:30 uur tot 19:30 uur, dus ongeveer zeven uur.

Opgave 9
a

Er is afgerond op 50-tallen, dus de getallen zijn sowieso niet exact. Bovendien is het de vraag of het aantal zeehonden wel nauwkeurig vast te stellen is.

b

Let goed op de asindeling, eventueel kun je een scheurlijn op de `y` -as gebruiken.

c

Nee, je weet niet zeker of het aantal verder zal afnemen of juist weer gaat toenemen.

Opgave 10
a

Let op de bijschriften bij de assen. De punten in de grafiek zijn hier met lijnstukjes verbonden. Een vloeiend lopende grafiek is ook goed.

b

Vaas 3, want de grafiek stijgt steeds langzamer. De vaas wordt dus steeds breder.

Opgave 11

Grafiek I is niet mooi, omdat de waarden op de verticale as van `800` tot `900` lopen. De `y` -as kan hier beter ingedeeld worden. Datzelfde geldt voor grafiek II, waar een scheurlijn gebruikt kan worden. Grafiek III is echt fout: de indeling op de verticale as klopt niet, want er zit niet tussen alle getallen dezelfde tussenruimte ofwel ongelijkmatige afstanden.

Een mooie grafiek zou moeten lijken op grafiek I, alleen dan met `800` , `820` , `840` , `860` , `880` en `900` op de verticale as.

Opgave 12Bejaarde motorrijders
Bejaarde motorrijders
a
tijd (jaartal) 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
aantal (× 1000) `7` `8` `9` `10` `12` `14` `16` `18` `21` `24` `28` `32` `38` `43`
b

`x` -as: jaartallen vanaf 2000 t/m 2013, bijschrift "jaartal" .

`y` -as: aantallen vanaf `0` t/m `50` , stapgrootte `10` , bijschrift "aantal motorfietsen (× 1000)".

c

Teken de punten uit de tabel in het assenstelsel en verbindt ze met een vloeiende lijn.

d

Ongeveer `15000` motorfietsen.

e

Dit antwoord is niet met zekerheid te geven, maar je ziet aan je grafiek dat de waarden redelijk gelijkmatig groeien. Het is daarom wel de verwachting dat dit antwoord redelijk nauwkeurig is.

Opgave 13BMI
BMI
a

Eigen antwoord. Laat je antwoord eventueel door je docent controleren.
Zoek eventueel BMI-grafieken op het internet.

b

Alle grafieken worden een rechte lijn, maar elke lijn verschilt in steilte.

Opgave 14
a

Kijk goed naar de indeling van de assen en denk aan de bijschriften.

b

`6,1`  °C (als de lijn in jouw grafiek anders loopt dan bij a, wijkt je antwoord af). Dit antwoord is niet nauwkeurig, omdat de lijn die je getrokken hebt, ook anders kan lopen.

Opgave 15
a
tijd (jaartal) 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
aantal inwoners (tienduizendtallen) 59,9 60,0 59,9 59,6 58,9 58,4 58,3 58,7 59,3 61,0 61,6
b

Zie de grafiek. Denk aan de scheurlijn en kijk goed naar de indeling van de assen. Vergeet ook de bijschriften niet.

c

Ongeveer `590000` inwoners.

d

Nee, je weet niet of de bevolking zal blijven toenemen of weer zal afnemen.

verder | terug