Grafieken > Som/verschilgrafiek
1234567Som/verschilgrafiek

Verwerken

Opgave 6

Op een eiland woont de complete bevolking in de twee dorpskernen Hoofddorp en Westkern. In deze grafieken zie je het aantal inwoners van elk van die dorpskernen.

a

Teken de grafiek van de totale bevolking op het eiland.

b

Teken de grafiek van het verschil van het aantal bewoners in de beide dorpen.

Opgave 7

Bekijk de tabel van het aantal verkeersongelukken binnen en buiten de bebouwde kom in de gemeente A.

tijd (jaartal) 2009 2010 2011 2012 2013
verkeersongelukken binnen de bebouwde kom 10 10 15 17 19
verkeersongelukken buiten de bebouwde kom 20 17 15 24

21

a

In welk jaar waren er binnen de bebouwde kom evenveel ongelukken als daarbuiten?

b

Teken de grafieken van het aantal verkeersongelukken in gemeente A binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom in één assenstelsel.

c

Teken ook de bijbehorende somgrafiek en leg uit welke betekenis deze heeft.

d

In welk jaar was het totaal aantal verkeersongelukken het grootst?

Opgave 8

Martijn en Johan zijn fervente hardlopers. Ze doen beiden mee aan een loop over `9` km. Martijn blijkt sneller te lopen dan Johan. Om de kilometer is zijn tussentijd genoteerd. Ook is bijgehouden hoeveel hij op Johan voor ligt.

afstand (km) 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
tijd (min) 0 5 10 15 22 27 30 35 40 45
voorsprong (min) 0 1 1 2 2 4 7 8 10 12
a

Teken in een assenstelsel de grafieken van de doorkomsttijden van Martijn en Johan.

b

Hoeveel kilometer ligt Martijn voor op Johan als hij finisht?

Opgave 9

Op een eiland in de Atlantische Oceaan is de volksgezondheid eind vorige eeuw sterk verbeterd. Deze grafieken van het aantal geboorten per jaar en de sterfte per jaar laten dat zien. Ga er verder van uit dat er geen mensen naar het eiland verhuisden of van het eiland vertrokken.

a

Hoe kun je aan deze grafieken zien dat de volksgezondheid is verbeterd?

b

Welke betekenis heeft de verschilgrafiek "geboorte — sterfte" ?

c

In 1990 telde dit eiland `20600` inwoners. Hoeveel waren dat er in 2000 ongeveer?

Opgave 10

De gemeente W houdt bij hoeveel personen er vertrekken uit de gemeente en hoeveel er van buiten bijkomen, dit heet het "migratiesaldo" . Er zijn dus vertrekkenden (emigranten) die negatief meetellen voor het aantal inwoners. Er zijn ook binnenkomenden (immigranten) die positief meetellen voor het aantal inwoners. Je ziet in het assenstelsel hoe negatief meetellende aantallen worden weergegeven.

De somgrafiek geeft aan met hoeveel personen de gemeente dat jaar is gegroeid. Die grafiek geeft het "migratiesaldo" per jaar weer. Je ziet dat dit migratiesaldo in 1990 en in 1995 negatief was: er vertrokken meer personen dan erbij kwamen.

a

Waarom wordt het aantal "vertrekkenden" met een negatief getal aangeduid?

b

Laat zien dat in 1990 en in 1995 het migratiesaldo van de gemeente als gevolg van migratie negatief was.

verder | terug