Grafieken > Som/verschilgrafiek
1234567Som/verschilgrafiek

Voorbeeld 2

Als je het verschil neemt tussen het totaal aantal woningen en het aantal huurwoningen vind je het aantal koopwoningen in een wijk. De grafiek van het aantal koopwoningen is een voorbeeld van een verschilgrafiek. Deze maak je het makkelijkst door een tabel te gebruiken.

tijd (jaar) 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005
totaal aantal woningen 7150 7850 8350 8360 8500 8100 8500

aantal huurwoningen

5900

5900

6150

6000

6000

5500

5400

aantal koopwoningen

1250

1950

2200

2360

2500

2600

3100

Opgave 4

Bekijk de grafiek van het aantal mannen en vrouwen in Nederland.

a

Welke betekenis heeft de verschilgrafiek "aantal vrouwen `-` aantal mannen" ?

b

Teken de verschilgrafiek, kies een geschikte schaalverdeling.

c

Wat betekent het dat de lijnen in deze grafiek voor een groot deel samenvallen?

Opgave 5

Bekijk de grafieken van het aantal kinderen dat jaarlijks wordt geboren (levendgeborenen), het aantal mensen dat jaarlijks sterft (overledenen), het aantal mensen dat jaarlijks naar Nederland verhuist (immigratie) en het aantal mensen dat jaarlijks uit Nederland vertrekt (emigratie).

a

Welke betekenis heeft de verschilgrafiek "immigratie `-` emigratie" ?

b

Welke andere verschilgrafiek van twee grafieken uit deze figuur heeft nog meer betekenis?

c

Waarom heeft de verschilgrafiek "levendgeborenen - immigratie" geen betekenis?

d

Hoe kun je deze vier grafieken combineren?

verder | terug