Als je het aantal huurwoningen en het aantal koopwoningen
bij elkaar optelt vind je het totaal aantal woningen in de wijk.
Zo krijg je een somgrafiek.
1975 | 1980 | 1985 | 1990 | 1995 | 2000 | 2005 | |
1250 5900 |
1950 5900 |
2200 6150 |
2360 6000 |
2500 6000 |
2600 5500 |
3100 5400 |
|
7150 | 7850 | 8350 | 8360 | 8500 | 8100 | 8500 |
In deze tabel zie je de grafieken van het aantal mannen en het aantal vrouwen in Nederland in de jaren 1950, 1960, ..., 2010.
Gaan beide grafieken wel over dezelfde grootheid?
Welke betekenis heeft de somgrafiek?
Teken de somgrafiek. Gebruik daarbij een tabel.
In deze figuur zie je grafieken van het aantal kinderen dat jaarlijks wordt geboren (geboorte), het aantal mensen dat jaarlijks sterft (sterfte), het aantal mensen dat jaarlijks naar NL verhuist (immigratie) en het aantal mensen dat jaarlijks uit NL vertrekt (emigratie).
Welke betekenis heeft de somgrafiek ?
Welke andere somgrafiek van twee grafieken uit deze figuur heeft nog meer betekenis?
Waarom heeft de somgrafiek hier geen betekenis?