Grafieken > Totaalbeeld
1234567Totaalbeeld

Testen

De volgende opgaven zijn bedoeld om na te gaan of je de onderdelen 11 tot en met 16 van het domein "Grafieken" voldoende beheerst.
Opgave 7

Manaus is een gemeente en de hoofdstad van de staat Amazonas in Brazilië en telt ongeveer 2 miljoen inwoners. De klimaatgrafiek van Manaus wordt hieronder vergeleken met die van Nederland. (Bron: geoquest.nl: Klimaten in Europa)

a

Waaraan zie je dat in Manaus een tropisch klimaat hoort? Wat betekent dit voor de temperatuur in Manaus? (Gebruik woorden als "stijgen" , "dalen" en/of "constant" .)

b

En hoe verloopt de temperatuur in Nederland jaarlijks grofweg? (Gebruik woorden als "stijgen" , "dalen" en/of "constant" .)

c

Valt je ook iets op als je de neerslag vergelijkt?

Opgave 8

Met Google-Analytics kun je het gemiddelde aantal bezoeken per dag bijhouden. Hieronder zie je hoe van een bepalde site dit aantal bezoeken per uur in de loop van de dag verandert.

a

Op welk tijdstip is het aantal bezoeken per uur maximaal? En op welk tijdstip is dit minimaal?

b

Beschrijf het verloop van het dagelijkse aantal bezoeken in woorden.

c

Gedurende hoeveel uur per dag heeft deze site meer dan 150 bezoeken per uur?

Opgave 9

Tussen de inhoud van een kubus en de lengte van zijn ribben bestaat een verband.

Een kubus met ribben van `1` cm heeft een inhoud van `1 xx 1 xx 1 = 1` cm3. Een kubus met ribben van `2` cm heeft een inhoud van `2 xx 2 xx 2 = 8` cm3.

a

Maak een tabel die het verband tussen de inhoud van een kubus en de lengte van zijn ribben weergeeft. Neem voor de ribbelengte de waarden `0` , `1` , `2` , ... , `10` .

b

Teken een bijbehorende grafiek. (Denk om alle bijschriften.)

c

Hoe groot is de inhoud van een kubus met een ribbe van `5,3` cm? Geef het bijbehorende punt in je grafiek aan.

d

Hoe lang is de ribbe van een kubus met een inhoud van `600` cm3? Geef het bijbehorende punt in je grafiek aan.

Opgave 10

Op de kermis tref je een reuzenrad aan dat in `12` seconden rond draait. Je stapt in op `2` m boven de begane grond. Als je op het hoogste punt zit ben je `20` m boven de begane grond.

a

Teken een zijaanzicht van dit reuzenrad op schaal `1 : 100` . Het rad wordt daarin een grote cirkel boven de begane grond.

b

De hoogte boven de begane grond hangt af van de tijd na het instappen. Waarom is hier sprake van een periodiek verschijnsel? Welke periode hoort er bij?

c

Teken een grafiek van je hoogte boven de begane grond als je `1` minuut in dit reuzenrad zit. Verricht daartoe metingen in je zijaanzicht van het reuzenrad.

d

Hoe hoog zit je na `4` seconden?

e

Hoe lang zit je deze minuut boven de `15,5` m?

Opgave 11

Deze tabel geeft het aantal leerlingen in het reguliere basisonderwijs. Er is een kolom voor de jongens en één voor de meisjes. Deze gegevens zijn afkomstig van www.cbs.nl en daar te vinden bij de cijfers over het onderwijs.

a

Maak een grafiek van het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs gedurende die schooljaren.

b

Teken een grafiek van aantal jongens aantal meisjes.

c

In welk jaar was het verschil tussen het aantal jongens en het aantal meisjes het grootst? Hoe groot?

verder | terug