Verbanden > Formules en grafieken
123456Formules en grafieken

Voorbeeld 3

In sommige winkels kun je kopieën maken. De eigenaar van zo'n winkel huurt daarvoor een kopieermachine, zeg voor € 200,00 per maand. Elke kopie kost in werkelijkheid € 0,08 (papier, inkt en elektriciteit). Voor de eigenaar zijn deze kosten per kopie van belang om te bepalen welke prijs hij zijn klanten moet vragen. Voor hem geldt de formule:

kosten per kopie `=(200 +0,08 xx aantal)/(aantal)`

Als hij verwacht `1000` kopieën per maand te verkopen, kost hem dat:

kosten per kopie `=(200 +0,08 xx1000)/1000 =0,28` euro

Als hij verwacht `2000` kopieën per maand te verkopen, kost hem dat:

kosten per kopie `=(200 +0,08 ×2000 )/2000 =0,18` euro

Afhankelijk van het aantal kopieën dat hij maandelijks denkt te verkopen, kiest hij zijn prijs per kopie. Om de juiste prijs per kopie te bepalen, maakt de winkelier een tabel en met de gegevens uit de tabel ook een grafiek.

Opgave 5

Werk met de gegevens uit Voorbeeld 3.

a

Maak een tabel bij deze formule waarbij aantal de waarden `500` , `1000` , `1500` , `2000` , `2500` en `3000` heeft.

b

Teken de bijbehorende grafiek.

c

Waarom is de grafiek geen rechte lijn?

d

Stel de winkelier wil per kopie € 0,05 winst maken. Stel de formule op die hoort bij de verkoopprijs.

Opgave 6

Voor de oppervlakte van een vierkant geldt de volgende formule:
oppervlakte vierkant `=` lengte zijde `xx` lengte zijde

a

Substitueer voor zijde de waarden `0` , `1` , `2` , `3` , `4` , ..., `10` en maak een tabel bij deze formule.

b

Teken de bijbehorende grafiek.

c

Waarom is de grafiek geen rechte lijn?

d

Hoe groot is de oppervlakte van een vierkant met zijden van `6,3` eenheden? Geef het bijbehorende punt in de grafiek aan.

verder | terug