Een benzineauto rijdt met `4` liter benzine `100` kilometer. Een automobilist tankt tot hij `36` liter in de tank heeft.
Als de automobilist `50` kilometer heeft gereden, hoeveel liter benzine zit er dan nog in zijn tank?
Welke formule hoort bij het verband tussen de variabelen hoeveelheid benzine en aantal gereden kilometer?
Teken een grafiek bij deze formule.
Waarom is de grafiek een rechte lijn?
Een school heeft een kopieerapparaat aangeschaft voor € 1250,00. Daarnaast zijn de kosten voor papier, inkt en elektricteit € 0,06 per kopie. De leerlingen moeten deze kosten betalen. De kosten per kopie zijn dus belangrijk.
Welke formule beschrijft het verband tussen de variabelen kosten per kopie en aantal?
Teken een grafiek bij dit verband.
De school verwacht dat leerlingen 6500 kopieën zullen gaan maken in het komende jaar. Hoeveel moeten de leerlingen dat jaar betalen per kopie?
Waarom is de grafiek geen rechte lijn?