Verbanden > Letterformules
123456Letterformules

Voorbeeld 3

De formule voor de oppervlakte van een rechthoek is:
oppervlakte `=` lengte `*` breedte

Deze formule kun je korter schrijven door voor de variabelen een letter te nemen. Dan krijg je: `A =l *b` ; hier is `A` de oppervlakte, `l` de lengte en `b` de breedte. Hierbij moeten `l` en `b` in dezelfde lengte-eenheid zijn (bijvoorbeeld cm) en moet `A` in de bijbehorende oppervlakte-eenheid zijn (bijvoorbeeld cm2).

Deze formule kun je nog korter schrijven door de vermenigvuldigingspunt weg te laten. Je krijgt: `A = l b` . Dit ziet er misschien wat raar uit, maar bedenk dat je in een formule altijd maar één letter voor een variabele gebruikt. Daardoor weet je dat zowel `l` als `b` een variabele is en er dus een vermenigvuldigingspunt tussen zou kunnen staan, ofwel dat er vermenigvuldigd moet worden.

Opgave 7

Werk met de gegevens uit Voorbeeld 3.

a

Hoe groot is `A` als `l=5` en `b=3` ?

b

Hoe zou je deze vraag in normaal Nederlands stellen?

Opgave 8

De inhoud van een balk kun je berekenen door de lengte, breedte en hoogte te vermenigvuldigen.

a

Geef een zo kort mogelijke formule om de inhoud van een balk te berekenen.

b

Gebruik de formule om de inhoud van een balk met lengte `5` , breedte `4` en hoogte `2` te berekenen.

c

Moet je nog wat afspreken over de gebruikte eenheden voor `I` , `l` , `b` en `h` ?

verder | terug