Verbanden > Vergelijkingen
123456Vergelijkingen

Voorbeeld 1

Los deze vergelijking op: `20 - 1,50 * x = 30 - 3,25 * x` .

> antwoord

Maak een tabel en een grafiek van `L = 20 - 1,50 * x` en `R = 3 - 3,25 * x` .

`x` 0 1 2 3 4 5 6 7 8
`L` 20,00 18,50 17,00 15,50 14,00 12,50 11,00 9,50 8,00
`R` 30,00 26,75 23,50 20,25 17,00 13,75 10,50 7,25 4,00

Je ziet nu dat de oplossing tussen `x = 5` en `x = 6` zit. Je maakt dan een nieuwe tabel tussen 5 en 6 met `x` in één decimaal.

Nu vind je dat de oplossing tussen `x = 5,7` en `x = 5,8` zit. Op gehelen afgerond krijg je `x ~~ 6` . Wil je nauwkeuriger dan maak je een tabel tussen 5,7 en 5,8 met `x` in twee decimalen.

Je vindt dat de oplossing tussen `x = 5,71` en `x = 5,72` zit. Op één decimaal wordt je antwoord `x ~~ 5,7` . Wil je nauwkeuriger dan maak je een tabel tussen 5,71 en 5,72 met `x` in drie decimalen.

En zo kun je eindeloos doorgaan... Deze procedure heet inklemmen.

Opgave 3

In Voorbeeld 1 wordt de vergelijking `20 - 1,50 * x = 30 - 3,25 * x` opgelost.

a

Hoe kun je met behulp van de grafiek een eerste benadering van de oplossing aflezen?

b

Maak nu zelf de tabel tussen `x = 5,7` en `x = 5,8` en bepaal de oplossing in één decimaal nauwkeurig.

c

Bepaal nu je oplossing in twee decimalen nauwkeurig.

d

Bepaal tenslotte je oplossing in drie decimalen nauwkeurig.

Opgave 4

Los de vergelijking `0,25 * t + 42 = 0,36 * t` in één decimaal nauwkeurig op.
Gebruik grafieken en inklemmen.

verder | terug