Via Grafieken bij tabellen in Excel 2007 of 2010 vind je het genoemde practicum. Heb je een nieuwere versie van Excel, ga dan naar
Grafieken bij tabellen in Excel 2007 of 2010.
Voer het practicum uit.
Eén van de afstanden die de vrouwen tijdens een schaatstournooi moeten afleggen, is de `3000` m. In de tabel staan de doorkomsttijden van een schaatster tijdens een rit over `3000` m.
(m) | `200` | `600` | `1000` | `1400` | `1800` | `2200` | `2600` | `3000` |
(sec) | `19,7` | `53,7` | `87,8` | `121,6` | `155,5` | `188,7` | `222,5` | `256,5` |
Uit de tabel kun je opmaken dat de schaatster niet steeds even hard schaatste. Toch kun je wel proberen een formule te maken bij het verband tussen de en de .
Teken in een assenstelsel de acht punten uit de tabel. Teken zo goed mogelijk een rechte lijn door de punten (de lijn gaat door de oorsprong). Door welk punt moet die lijn in ieder geval gaan?
Hoeveel meter schaatste deze schaatster gemiddeld per seconde?
Welke formule geldt voor deze schaatster bij het verband tussen de afgelegde afstand `a` (in m) en de tijd `t` (in seconden)?
Zoek nu zelf actuele gegevens, zowel voor de mannen als de vrouwen. Gebruik bijvoorbeeld de wereldrecords op de `500` , de `1500` , de `3000` , de `5000` en de `10.000` m.
Stel voor ieder van deze afstanden een formule op voor de afgelegde afstand `a` (in m) en de tijd `t` (in seconden). Verklaar de verschillen.