Bij veel formules kun je een rekenschema (en een terugrekenschema) maken. Omgekeerd kun je bij elk rekenschema een formule maken. Bijvoorbeeld:
Rekenschema:
...
Formule: of
Rekenschema:
...
...
Formule:
In
Schrijf een formule op bij dit rekenschema waarin het aantal gewerkte uren en de kosten in euro zijn:
Schrijf een formule op bij dit rekenschema waarin de vloeroppervlakte en de schoonmaakkosten in euro zijn:
Voor een toets kun je maximaal punten halen. De docent berekent bij deze toets het cijfer door bij het behaalde aantal punten op te tellen en dan de uitkomst daarvan door te delen.
Stel het behaalde aantal punten voor door en het cijfer door . Geef de rekenwijze van de docent voor door een rekenschema.
Stel een bijpassende formule op.
Welk aantal punten levert het cijfer 7+ (dus ) op? Gebruik een terugrekenschma.
Welk aantal punten levert het cijfer 7+ (dus ) op? Gebruik de formule en slim rekenen.