Werken met variabelen > Rekenen met variabelen
123456Rekenen met variabelen

Voorbeeld 2

Bekijk de uitdrukkingen:

  • `a + 2b + 3a + b - 2a`

  • `3b - 4a - 5b + a*5`

Met de applet "Slangen" kun je het herleiden van de uitdrukkingen zichtbaar maken. Klik op het juiste schuifbalkje en beweeg de punt erop met de pijltjestoetsen van je toetsenbord.

Elk vakje is `a` breed (in horizontale richting) en `b` hoog (in verticale richting). Beweegt de punt `2a` naar rechts, dan gaat hij `2` vakjes naar rechts. Beweegt de punt `text(-)b` , gaat hij `1` vakje naar beneden.

In de applet zie je dat de "slang" `a + 2b + 3a + b - 2a` kan worden vervangen door de kortste route `2a + 3b` met hetzelfde beginpunt en eindpunt. Ga na, dat:

  • `a + 2b + 3a + b - 2a = a + 3a - 2a + 2b + b = 2a + 3b`

  • `3b - 4a - 5b + a*5 = text(-)4a + 5a + 3b - 5b = a - 2b`

Opgave 8

Maak zoals in Voorbeeld 2 de volgende formules. Bepaal daarna de kortste routes van begin- naar eindpunt. Schrijf de kortste formule op.

a

`a + 2b + 3a + b - 2a`

b

`3b - 4a - 5b + 5a`

c

`text(-)3a + b + 5a - 4b + a`

d

`5a + 3b - 2a - 3b -3a`

Opgave 9

Schrijf zo eenvoudig mogelijk.

a

`2a + 4b - a + 3a - 2b`

b

`4a - 2a + 3b + a`

c

`5p - 3p + 2q + p - 6p`

d

`p - 5q + p + q + 2r`

verder | terug