Werken met variabelen > Rekenen met variabelen
123456Rekenen met variabelen

Theorie

Een uitdrukking met variabelen bestaat uit termen en factoren:
`2xy - 5x + 6xy + 7x` heeft vier termen, namelijk `2xy` , `text(-)5x` , `6xy` en `7x` .
`2xy` heeft drie factoren, namelijk `2` , `x` en `y` .

Soms kun je een uitdrukking herleiden. Je schrijft hem dan zo kort mogelijk.

Je kunt formules of uitdrukkingen herleiden door gelijksoortige termen samen te nemen:

  • `a + a = 2*a = 2a` en `2a + 3a = 5a` .

    Maar `2a + 2b` kan niet korter; die twee termen zijn niet van dezelfde soort.

  • `5ab - 2ba = 5ab + text(-)2ab = 3ab`

  • Je gebruikt vaak de wisseleigenschap: `a + b = b + a` en `ab = a*b = b*a = ba` .

    Bij aftrekken mag dit alleen als je het minteken meeneemt: `4 - 3 = text(-)3 + 4` of met variabelen `a - b = text(-)b + a` .

  • `1a` schrijf je korter als `a` , net zoals `text(-)1a = text(-)a` .

Uiteraard mag je ook andere letters gebruiken.

verder | terug