Vergelijkingen > Rekenschema's
123456Rekenschema's

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

0,13

b

Zie figuur.

c

e = 0,13 d en d = e 0,13

Opgave V2
a

5 euro.

b

e = 200 0,14 + 5 = 33 , dus € 33.

c

Zie figuur.

Opgave 1
a

0,075 euro per kopie.

b

0,075 15000 + 150 1275 euro.

c

Eerst reken je 2250 150 uit en dan deel je de uitkomst door 0,075. Ga na, dat je dezelfde uitkomst krijgt als in de uitleg.

Opgave 2
a

500 0,14 + 5 = 75 euro.

b

Het rekenschema:

Het terugrekenschema:

c

d 0,14 + 5 = 100

d

Je berekent eerst 100 5 = 95 en vervolgens 95 / 0,14 678,57. Je krijgt dus DKK.678,57.

Opgave 3
a

250 20 = 5000 en 5000 + 6000 = 11000

b

q / 20 ... 6000 K

c

Met het terugrekenschema:
186 / 20 3920 6000 9920
Dus q = 196.

d

q = K 6000 / 20

Opgave 4
a

K = 6000 + 20 250 250 = 44

b

Je moet twee keer het getal 250 invoeren, zowel boven als onder de breukstreep. Je kunt daarom niet van links naar rechts doorrekenen vanuit het getal 250 , je moet het onderweg opnieuw invoeren.

c

Met behulp van een grafiek en/of inklemmen.

Opgave 5
a

Eerst 10 -1,5 = -15 en dan -15 + 50 = 35.

b

t / -1,5 ... 50 L

c

Met het terugrekenschema:
30 / -1,5 -45 50 5
Dus t = 30.

d

t = L 50 / -1,5

Opgave 6
a

K = a 15 + 45

b

k = A -8 3

Opgave 7
a

p + 4 ... / 4 c

b

c = p + 4 / 4

c

25 4 ... 4 7,25

d

7,25 = p + 4 / 4 geeft p + 4 = 7,25 4 = 29 zodat p = 29 4 = 25.

Opgave 8
a

L 1,5 ... + 2 S

b

S = 1,5 L + 2

c

Gebruik het rekenschema of de formule. In beide gevallen vind je als schoenmaat 41.

d

1,5 L + 2 = 36,5

e

23 / 1,5 34,5 2 36,5

f

1,5 L + 2 = 36,5 betekent 1,5 L = 36,5 2 = 34,5 en dus L = 34,5 / 1,5 = 23.

Opgave 9
a

C = 5 9 59 32 = 15°C.

b

Je moet oplossen 5 9 F 32 = 25.
Maak eerst een rekenschema en daarna een terugrekenschema. Je vindt 77°F.

c

Gebruik het rekenschema of de formule. In beide gevallen vind je 212°F.

d

F = C 9 5 + 32

Opgave 10
a

Een 6,5.

b

c = 10 0,25 f

c

Gebruik rekenschema's of de formule. In beide gevallen vind je 18 fouten.

Opgave 11
a

c = 51 51 9 + 1 = 10.

b

p / 51 ... 9 ... + 1 c

c

Je moet oplossen p 51 9 + 1 = 6,5 Gebruik rekenschema's of de formule. In beide gevallen vind je p = 31 1 6 , dus 31 punten.

Opgave 12
a

Vier vierkanten en 13 lucifers.

b

L = 3 v + 1

c

Je moet oplossen 3 v + 1 = 100. Gebruik rekenschema's of de formule. In beide gevallen vind je v = 33, dus 33 vierkanten.

Opgave 13Kortlopende reisverzekering
Kortlopende reisverzekering
a

Tussen het aantal dagen waarvoor je verzekering wordt afgesloten r en de premie p in euro.

b

€ 67,50.

c

De grafiek is een rechte lijn die niet door O gaat, want de premie bij 0 dagen komt op € 5,00 uit.

d

r 2,5 ... + 5 p
en
12 2,5 ... + 5 35
Dus voor een reisverzekering van 12 dagen betaal je € 35,00

e

Het terugrekenschema is r / 2,5 ... 5 p
dus
16 / 2,5 40 5 45
Dus je betaalt € 45,00 voor een reisverzekering van 16 dagen.

f

p = r 2,5 + 5 . Je controleert je antwoorden bij d en e door het aantal dagen in te vullen en na te gaan of er de juiste premie uit rolt.

g

r = ( p 5 ) / 2,5 . Je controleert je antwoorden bij d en e door de premiekosten in te vullen en na te gaan of er het juiste aantal dagen uit rolt.

Opgave 13Schilderskosten
Schilderskosten
a

18 × 35 + 48 × 8,50 = 1038,00 , dus € 1038,00.

b

Noem het aantal uur u, dan is u 35 + 68 8,50 = 1120,50 .
Deze vergelijking kun je oplossen door slim rekenen of met behulp van een terugrekenschema. Je vindt u = 15,5 . Dit antwoord kun je gemakkelijk controleren door invullen.

c

Noem het aantal m2 m, dan is 12,5 35 + 8,5 m = 973 .
Deze vergelijking kun je oplossen door slim rekenen of met behulp van een terugrekenschema. Je vindt k = 63 . Dit antwoord kun je gemakkelijk controleren door invullen.

verder | terug