€ 0,075 per kopie

Eerst `15000* 0,075 = 1125` en dan `1125+150=1275` .

Dus € 1275,00.

Eerst `2287,50-150=2137,5` en dan `(2137,5)/(0,075)=28500` .

Er zijn dus `28500` kopieën gemaakt.

`e=500*0,14+5=75` , dus € 75,00.

Rekenschema:

Terugrekenschema:

`0,14d + 5 =100`

Vul in het terugrekenschema `e=100` in.

678,57 DKK

`250*20 = 5000` en `5000 +>6000 = 11000` .

Zie de figuur.

Met het terugrekenschema:
`186 stackrel{: // 20 :}{: larr :} 3920 stackrel{: - 6000 :}{: larr :} 9920`
Dus `q = 196` .

`q = (K-6000)//20`

Eerst `10*text(-)1,5 = text(-)15` en dan `text(-)15+50=35` .

Zie figuur.

Met het terugrekenschema:
`30 stackrel{: // text(-)1,5 :}{: larr :} text(-)45 stackrel{: - 50 :}{: larr :} 5`
Dus `t=30` .

`t = (L-50)//text(-)1,5`

`M = (6000+20*250)/250 = 44`

Je moet twee keer het getal `250` invoeren, zowel boven als onder de breukstreep. Je kunt daarom niet van links naar rechts doorrekenen, je moet het onderweg opnieuw invoeren.

Met behulp van een grafiek en/of inklemmen.

`K=a*15 +45 = 15a + 45`

`K=(A-8)*3`

Zie figuur.

`c=(p+4)/4`

Bekijk het terugrekenschema. Het terugrekenschema kun je afleiden van het rekenschema bij a. Draai de pijlen om en geef de inverse bewerkingen van `+4` en `/4` .

Je weet dat het cijfer een `7,5` is. Vermenigvuldig dit met vier, dat geeft je `7,5*4=30` . Haal er nog vier punten vanaf en dan weet je hoeveel punten je moet halen.
Voor een `7,5` moet je `30-4=26` punten halen.

€ 4,50

Bekijk eventueel eerst Voorbeeld 1.

Rekenschema:

Terugrekenschema:

`0,75*1250 + 4,5 = 942` euro.

`(500 - 4,5)//0,75 ~~ 666,67` dollar.

`L stackrel{: * 1,5 :}{: rarr :} ... stackrel{: + 2 :}{: rarr :} S`

`L stackrel{: // 1,5 :}{: larr :} ... stackrel{: - 2 :}{: larr :} S`

`S=1,5L+2`

Schoenmaat 41.

`1,5L+2 =36,5`

Bekijk het terugrekenschema met de onbekenden en ingevulde terugrekenschema.

`23 stackrel{: // 1,5 :}{: larr :} 34,5 stackrel{: - 2 :}{: larr :} 36,5`

De voetlengte bij schoenmaat 36,5 is `23` cm.

Vul `F=59` in de formule in:

`(5*59-160)/9 = (295-160)/9= 135/9 = 15`  °C

Substitueer `C=25` in de formule:
Dat geeft de vergelijking: `(5*F - 160)/9 = 25` .

Maak gebruik van rekenschema's.

Rekenschema: `F stackrel{: xx 5 :}{: rarr :} ... stackrel{: - 160 :}{: rarr :} ... stackrel{: // 9 :}{: rarr :} C`

Terugrekenschema: `F stackrel{: // 5 :}{: larr :} ... stackrel{: + 160 :}{: larr :} ... stackrel{: * 9 :}{: larr :} C`

Zo vind je `C = (25*9 + 160)//5 = 77`  °C.

`212 stackrel{: // 5 :}{: larr :} 1060 stackrel{: + 160 :}{: larr :} 900 stackrel{: * 9 :}{: larr :} 100`

Dus `212`  °F.

`F=(9C +160)/5`

Bram heeft veertien fouten gemaakt, dus hij krijgt `14/4=3,5` punten aftrek.
Hij heeft een `10-3,5=6,5` gehaald.

`c=10 -0,25f`

Los de vergelijking `10-0,25f=5,5` op door terugrekenen.

Rekenschema: `f stackrel{: * text(-)0,25 :}{: rarr :} ... stackrel{: + 10 :}{: rarr :} c`

Terugrekenschema: `f stackrel{: // text(-)0,25 :}{: larr :} ... stackrel{: - 10 :}{: larr :} c`

Aantal fouten is `(5,5 - 10)//text(-)0,25 = 18` .

`33/51 * 9 + 1 ~~6,8`

Rekenschema: `p stackrel{: //51 :}{: rarr :} ... stackrel{: *9 :}{: rarr :} ... stackrel{: + 1 :}{: rarr :} c`

Terugrekenschema: `p stackrel{: * 51 :}{: larr :} ... stackrel{: // 9 :}{: larr :} ... stackrel{: - 1 :}{: larr :} c`

Los de vergelijking `p/51*9 +1 =6,5` op door terugrekenen. Hij heeft ongeveer `31` punten behaald.

`p = (c - 1)/9 * 51`

Vier vierkanten en `13` lucifers.

`L = 3 * v + 1`

Je moet oplossen `3*v + 1 = 100` . Gebruik rekenschema's of de formule. In beide gevallen vind je `v=33` , dus `33` vierkanten.

Tussen het aantal dagen dat je een premie afsluit `d` en de premie in euro `e` .

Per `5` dagen betaal je `30,00-17,50=12,50` . Als je een reisverzekering voor `25` dagen wilt, betaal je dus `55,00+12,50=` € 67,50.

Het rekenschema staat hieronder. Voor `12` dagen betaal je € 35,00.

`d stackrel{: * 2,50 :}{: rarr :} ... stackrel{: + 5,00 :}{: rarr :} e`

Het terugrekenschema staat hieronder. Voor € 35,00 ben je `16` dagen verzekerd.

`d stackrel{: // 2,50 :}{: larr :} ... stackrel{: - 5,00 :}{: larr :} e`

`d = (e - 5,00)/(2,50)`

Ze zijn achttien uur bezig, dus dat betekent dat ze `35,00*18=630,00` euro moeten betalen. Voor de oppervlakte moeten ze `8,50*48=408,00` euro betalen.
In totaal moeten ze dus `630,00+408,00=1038,00` euro betalen.

Ze hebben `(1120,50-578,00)/(35,00)=15,5` uur gewerkt.

Er is `(973,00-437,50)/(8,50)=63` m² geschilderd.

€ 123,50

`u stackrel{: * 27,50 :}{: rarr :} ... stackrel{: + 13,50 :}{: rarr :} k`

`8` uur.

`p stackrel{: + 4 :}{: rarr :} ... stackrel{: //4 :}{: rarr :} c`

`c=(p+4)//4`

`26` punten.