Vergelijkingen > Haakjes in formules
123456Haakjes in formules

Verwerken

Opgave 9

Werk de haakjes uit en schrijf de volgende uitdrukkingen zo eenvoudig mogelijk.

a

10 p + 3

b

5 ( 2 6 x )

c

6 4 ( 3 x 2 )

d

3 ( 2 a + 3 ) ( 6 a 9 )

e

6 ( 4 x )

f

5 k 2 ( k + 2 )

Opgave 10

Los de volgende vergelijkingen op.

a

4 ( 2 a + 3 ) = 14 a

b

6 2 ( 2 x 1 ) = 30

c

2 ( k + 5 ) = -4 ( k 8 )

d

3 ( x + 1 ) 2 ( x 4 ) = 1

Opgave 11

De kantinebaas van een school koopt 500 pakken koeken. Hij neemt twee soorten: gevulde koeken van € 3,00 per pak en spritsen van € 2,00 per pak. Hij weet niet meer hoeveel pakken van elke soort hij heeft besteld, maar in zijn boekhouding kan hij zien dat de totale kosten € 1180,00 waren. Jij zoekt uit hoeveel pakken van elke soort hij heeft besteld.

a

Noem het aantal pakken spritsen x. Welk aantal pakken gevulde koeken heeft hij dan?

b

De totale kosten zijn gegeven. Welke vergelijking in x levert dat op?

c

Los deze vergelijking op.

d

Hoeveel pakken van elke soort heeft hij besteld?

Opgave 12

300 brugklassers bestellen via school een rekenmachine. Er zijn twee soorten rekenmachines toegestaan, soort A van € 15,00 en soort B van € 12,00. Dat kost in totaal € 4320,00. Hoeveel rekenmachines van elke soort worden er gekocht?

a

Als er 50 rekenmachines van soort A worden besteld, hoeveel van soort B moeten er dan worden besteld? Waarom kan dit nooit het juiste antwoord op de vraag zijn?

b

Neem voor het aantal rekenmachines van soort A een variabele en stel dan een bij dit probleem passende vergelijking op.

c

Los deze vergelijking op.

d

Hoeveel machines van elke soort zijn er besteld?

Opgave 13

Een leeftijdspuzzle:

"Arnoud en Maartje zijn samen 36 jaar oud. Arnoud is twee keer zo oud als Maartje 3 jaar geleden was. Hoe oud zijn beide?"

a

Kies voor de huidige leeftijd van Maartje de letter x. Hoe oud was ze drie jaar geleden? En hoe oud is Arnoud?

b

Welke vergelijking in x past er bij deze puzzle?

c

Los deze vergelijking op.

d

Welke oplossing heeft de puzzle?

Opgave 14

Ontbind de volgende uitdrukkingen in factoren:

a

6 x 30

b

15 6 p

c

-9 t 9

d

4 a + 8 b 12

verder | terug