Vergelijkingen > Machten in formules
123456Machten in formules

Voorbeeld 2

Bij het haakjes uitwerken moet je rekenen met variabelen. Bekijk deze voorbeelden. Ook dit is een manier om uitdrukkingen met variabelen te herleiden, dus te herschrijven.

  • ( a + 3 ) ( a + 5 ) = a a + 5 a + 3 a + 15 = a 2 + 8 a + 15

  • ( a + 3 ) ( a 5 ) = a a 5 a + 3 a 15 = a 2 2 a 15

  • ( a + 3 ) 2 = ( a + 3 ) ( a + 3 ) = a a + 3 a + 3 a + 9 = a 2 + 6 a + 9

  • ( 2 x 3 ) 2 = ( 2 x 3 ) ( 2 x 3 ) = 4 x x 6 x 6 x + 9 = 4 x 2 12 x + 9

  • 3 ( p 1 ) ( p + 4 ) = 3 ( p p + 4 p 1 p 4 ) = 3 ( p 2 + 3 p 4 ) = 3 p 2 + 9 p 12

  • 2 k ( k 4 ) 2 = 2 k ( k 4 ) ( k 4 ) = 2 k ( k 2 8 k + 16 ) = 2 k 3 16 k 2 + 32 k

Opgave 7

Werk in de volgende uitdrukkingen de haakjes uit en schrijf ze zo kort mogelijk.

a

( x + 4 ) ( x + 5 )

b

( x 4 ) ( x 5 )

c

5 x ( x 3 )

d

( 3 x + 1 ) 2

e

2 ( a + b ) ( a b )

f

( x 2 1 ) ( x 2 + 2 )

Opgave 8

Oefen nu het herleiden van uitdrukkingen met machten via Practicum .

Je oefent jezelf met behulp van AlgebraKIT. Blijf oefenen tot je vrijwel geen fouten meer maakt.

verder | terug