Vergelijkingen > Machten in formules
123456Machten in formules

Verwerken

Opgave 9

Schrijf de volgende uitdrukkingen zo eenvoudig mogelijk.

a

3 k 3 2 k 2

b

3 k 3 + 2 k 3

c

3 k 3 2 k 3

d

3 k 3 2

Opgave 10

Werk de haakjes uit en schrijf de volgende uitdrukkingen zo eenvoudig mogelijk.

a

( a 2 ) ( a + 5 )

b

3 ( b + 1 ) ( b 4 )

c

( 2 c 5 ) 2

d

3 d ( d 2 7 )

e

( x 8 ) ( x + 8 )

f

( y 2 1 ) 2

Opgave 11

Los de volgende vergelijkingen op:

a

( x + 8 ) ( x 3 ) = x 2 + 6

b

2 x ( x + 1 ) = ( 2 x + 1 ) ( x 2 )

Opgave 12

De twee getekende landjes hebben dezelfde oppervlakte.

a

Welke vergelijking levert dit op?

b

Los de vergelijking op.

c

Welke oppervlakte hebben de landjes?

Opgave 13

Het land van boer Brandwijk was een vierkant van x bij x m. Door de aanleg van een fietspad moet hij aan de westkant een strook van 3 m afstaan. Hij wil er aan de zuidkant een strook van 4 m bij.

a

Maak een plaatje van de hierboven beschreven situatie.

b

Welke oppervlakte heeft zijn land na de aanleg van het fietspad als hij zijn zin krijgt? Schrijf de uitdrukking met haakjes en zonder haakjes.

c

Als zijn land oorspronkelijk 100 m lang en breed was, hoeveel m2 heeft hij er dan bij gekregen? Verklaar je antwoord.

d

Bij welke waarde van x is het land na de aanleg van het fietspad even groot als ervoor? Verklaar je antwoord.

verder | terug