Vergelijkingen > Breuken in formules
123456Breuken in formules

Uitleg

Je kunt al rekenen met breuken: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Het rekenen met breuken waarin variabelen voorkomen gaat net zo.

  • Bij optellen en aftrekken maak je de breuken eerst gelijknamig:
    a b + c d = a d b d + b c b d = a d + b c b d en a b c d = a d b d b c b d = a d b c b d

  • Bij vermenigvuldigen moet je tellers en noemers afzonderlijk vermenigvuldigen:
    a b c d = a c b d = a c b d

  • Bij delen maak je de breuken eerst gelijknamig:
    a b / c d = a d b d / b c b d = a d b c (beide breuken met b d vermenigvuldigen)

Er is één maar: door 0 delen heeft geen betekenis. In de berekeningen hierboven moet daarom steeds b 0 en d 0 en bij de deling moet ook c 0.

Opgave 1

Bekijk in de Uitleg hoe je met breuken rekent als daar variabelen in voorkomen. Eerst maar even optellen en aftrekken. Neem aan dat alle variabelen ongelijk zijn aan 0. Bereken:

a

p q + r s

b

2 p + 3 q

c

2 a 1 2

d

a 2 + 1 a

Opgave 2

Bekijk in de Uitleg hoe je met breuken rekent als daar variabelen in voorkomen. Nu vermenigvuldigen. Neem aan dat alle variabelen ongelijk zijn aan 0. Bereken:

a

p q r s

b

2 p 3 q

c

2 a 1 2 en vereenvoudig het antwoord.

d

a 2 1 a en vereenvoudig het antwoord.

Opgave 3

Bekijk in de Uitleg hoe je met breuken rekent als daar variabelen in voorkomen. Tenslotte het delen. Neem aan dat alle variabelen ongelijk zijn aan 0. Bereken:

a

p q / r s

b

2 p / 3 q

c

2 a / 1 2

d

a 2 / 1 a

verder | terug